2018D53382 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

De vaste commissie voor Financiën heeft op 8 november 2018 een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Minister van Financiën over zijn brief van 5 oktober 2018 met nadere reactie op het investeringsbesluit van TenneT (Kamerstuk 28 165, nr. 289).

De voorzitter van de commissie, Anne Mulder

De adjunct-griffier van de commissie, Van Zuilen

I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de VVD

De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de investeringsagenda van TenneT en de reactie van het kabinet daarop. In het algemeen valt het hen op dat de investeringen die TenneT in Duitsland doet een veelvoud bedragen van die in Nederland. Dat knelt omdat de Nederlandse overheid geen greep heeft op het regelgevend kader bij die strak gereguleerde Duitse investeringen. De leden van de VVD-fractie hebben hierover een aantal vragen.

De leden van de VVD-fractie lezen in de reactie van het kabinet op de investeringsagenda van 23 maart jl. dat het kabinet de Kamer voor de zomer zou informeren over een toekomstvisie op het beheer van het elektriciteitsnetwerk (Kamerstuk 28 165, nr. 283). De brief van de regering van 5 oktober jl. spreekt over een visievormingstraject. Wanneer kan de Kamer de daadwerkelijke visie verwachten en welke gevolgen heeft de vertraging hiervan op de investeringsagenda van TenneT?

De leden van de VVD-fractie lezen dat het kabinet spreekt over «gevolgen in verplichtingen» door de in 2009 gemaakte keuze om een deel van het Duitse hoogspanningsnet aan te kopen. Kan het kabinet ingaan op wat deze gevolgen precies zijn? Heeft het kabinet deze gevolgen onder ogen gezien toen de investering in 2009 werd gedaan? Hoe was bij die beslissing de bevoegdheidsverdeling tussen de ministers van Financiën en Economische Zaken? Wat was het belang van de Staat als aandeelhouder om in te stemmen met een zo ingrijpende investering?

De leden van de VVD-fractie lezen dat alle investeringen in Duitsland die – op basis van de huidige inzichten – in de komende jaren ter goedkeuring aan de Minister worden voorgelegd, al zijn goedgekeurd door de Bundesnetzagentur. Het gevolg hiervan is dat TenneT de wettelijke plicht heeft deze projecten binnen een bepaalde deadline te realiseren. Wat betekent dit precies voor Nederland, zo vragen de leden van de VVD-fractie. Kan het voorkomen dat de Duitse Bundesnetzagentur beslissingen neemt met financiële gevolgen voor Nederland, zonder dat Nederland hierin wordt meegenomen?

De leden van de VVD-fractie lezen dat er investeringen ter waarde van 28 miljard euro zijn gepland voor de komende tien jaar, waarvan 22 miljard euro in Duitsland. Zijn deze bedragen nominaal of reëel? Kan het kabinet aangeven welk bedrag in welk jaar wordt geïnvesteerd? Deze leden lezen ook dat het rendement gereguleerd is en dat de Duitse toezichthouders wijzigingen in de regulering doorvoert met negatieve gevolgen voor de investering. Mogen zij daaruit begrepen dat de winstverwachting scheef verdeeld is: geen opwaarts potentieel, wel benedenwaarts? De leden van de VVD-fractie lezen eveneens dat eventuele negatieve wijzigingen op basis van de Duitse wet- en regelgeving «redelijk» moeten zijn. Wie bepaalt wat redelijk is? Welke juridische waarborgen bestaan hiervoor onder het Duitse recht?

De leden van de VVD-fractie lezen dat bij een nadere analyse binnen de Noordwest-Europese elektriciteitstransportmarkt het kabinet oog houdt voor eventuele risico’s voor de Staat als aandeelhouder. Op welke manier gaat het kabinet dat doen?

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van het CDA

De leden van de CDA-fractie danken de Minister voor zijn brief over de investeringsagenda van TenneT. Zij begrijpen dat de Minister voor de zomer van 2019, in samenwerking met de Minister van Economische Zaken en Klimaat, komt met een toekomstvisie op energienetwerken in Noordwest-Europa. Deze leden steunen dat, maar zij zouden het op prijs stellen als de eerdere vragen van de vaste commissie voor Financiën over de investeringsagenda, bijvoorbeeld over de gevolgen voor de lasten voor burgers, al voor die tijd beantwoord kunnen worden. Is de Minister bereid om bijvoorbeeld uiterlijk aan het eind van het eerste kwartaal een reactie te sturen of misschien zelfs in dit schriftelijk overleg?

De leden van de CDA-fractie vragen naar de risico’s van het investeren in het Duitse hoogspanningsnet. De Minister schrijft dat het risico dat TenneT hiervoor geen vergoeding meer mag vragen in de toekomst, onwaarschijnlijk is. Deze leden wijzen er op dat in de politiek niets zeker is en een andere politieke coalitie andere keuzes kan maken. Welke garanties zijn er, bijvoorbeeld via verdragen, dat TenneT vergoedingen in rekening kan blijven brengen voor investeringen in het Duitse hoogspanningsnet? Ook vragen deze leden of de Duitse overheid op enige manier financiële verantwoordelijkheid voor TenneT kan dragen, bijvoorbeeld omdat de Duitsers vanwege politieke beleidskeuzes meer investeringen van TenneT vragen. Kan de Duitse overheid bijvoorbeeld bijdragen via het leveren van eigen vermogen aan TenneT?

De leden van de CDA-fractie vragen naar de forse toename aan windenergie die er zal komen als het klimaatakkoord wordt uitgevoerd. Deze leden vragen of de voor het uitvoeren van het akkoord benodigde en verwachte investeringen in het net op zee en nodige netverzwaringen voor 2030, reeds in de investeringsagenda van TenneT zijn verwerkt. Als dat niet het geval is, dan informeren deze leden naar het proces van aanpassing van de investeringsagenda dat zal worden gevolgd.

Naar boven