2018D47901 Lijst van vragen

De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de Opzet beleidsdoorlichting artikel 2 SZW Bijstand, Participatiewet en Toeslagenwet (Kamerstuk 30 982, nr. 39).

Voorzitter van de commissie, Rog

Adjunct-griffier van de commissie, Kraaijenoord

Nr.

Vraag

   

1

Wordt in de uitwerking van vraag 14 in bijlage 2 ook partijen betrokken die niet in de Klankbordgroep vertegenwoordigd zijn?

2

Is er bij de uitwerking van vraag 14 in bijlage 2 ruimte voor innovatieve ideeën en andere geluiden dan die van de partijen in de Klankbordgroep?

3

Constaterende dat uit onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek blijkt dat het aantal huishoudens in langdurige armoede is toegenomen, wordt onderzocht welke structurele oorzaken hieraan ten grondslag liggen en welke structurele oplossingen hiervoor mogelijk zijn?

4

Wordt in de beleidsdoorlichting onderzocht wat de structurele oorzaken van armoede in Nederland zijn?

5

Wordt in de beleidsdoorlichting onderzocht of de bijstand en het minimumloon afdoende zijn om mee te kunnen doen in de samenleving voor verschillende typen gezinnen?

6

Hoe worden de baankansen van arbeidsgehandicapten onderzocht die voorheen onder de Wajong vielen, maar nu onder de Participatiewet vallen?

7

Hoe worden op macroniveau de baankansen voor mensen met een arbeidsbeperking en mensen die arbeidsongeschikt zijn, onderzocht? Kunt u hierbij in aanmerking nemen dat er sprake is van communicerende vaten: de kans op een baan van bijvoorbeeld 35-minners kan afnemen door concurrentie uit het doelgroepenregister, terwijl de werkgelegenheid voor mensen met een arbeidsbeperking bij het bedrijfsleven toeneemt, maar de werkgelegenheid bij sociale werkvoorzieningen snel afneemt? Op welke manier wordt er rekening gehouden met de werking van communicerende vaten, hoe wordt de onderlinge overloop inzichtelijk gemaakt en krijgen we daadwerkelijk de macro- en nettoresultaten? Kijkt u naar de totale werkgelegenheid voor mensen met een beperking, dus inclusief de krimpende werkgelegenheid bij de sociale werkvoorzieningen?

8

Gegeven het feit dat zaken naar de gemeenten gedelegeerd zijn, maar het Rijk systeemverantwoordelijke is, wordt onderzocht hoe het systeem werkt om niet-uitkeringsgerechtigden (nuggers) naar werk te begeleiden?

9

Wordt onderzocht in hoeverre mensen met een beperking daadwerkelijk naar en bij werk worden geholpen en of mensen die een werkplekaanpassing behoeven hiermee daadwerkelijk en binnen de juiste termijn worden geholpen door de gemeenten?

10

Wordt onderzocht hoe de kostendelersnorm uitpakt voor mantelzorgers?

11

Worden er naast overheidsinstanties, ook vakbonden, ervaringsdeskundigen en maatschappelijke organisaties betrokken in de Klankbordgroep, zoals de Bijstandsbond, de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN), de LFB, de Oogvereniging, Wij Staan Op en de ondernemingsraden van sociale werkvoorzieningen?

12

Op welke manier wordt de Toeslagenwet meegenomen in de beleidsdoorlichting?

13

Wordt de uitvoering van het armoede- en schuldenbeleid op de BES-eilanden wel betrokken bij de beleidsdoorlichting?

14

Wordt ook de dienstverlening aan nuggers meegenomen in de beleidsdoorlichting?

15

Kunt u aangeven hoe de onderzoekers de doelmatigheid gaan operationaliseren en wordt dit nog aan de Kamer voorgelegd?

16

Kunt u aangeven in hoeverre voor Caribisch Nederland met een beknopt cijfermatig overzicht inzicht gegeven kan worden in de doelmatigheid en doeltreffendheid van de re-integratieondersteuning en inkomensondersteuning op grond van de Onderstandsregeling op de BES-eilanden?

17

Wat is de reden dat de beleidsdoorlichting niet in 2018 zal worden afgerond zoals eerder in de begroting van verschillende jaren is aangekondigd (2016 en 2017)? Wat is de consequentie hiervan voor eventuele beleidswijzigingen?

18

Wordt in de beleidsdoorlichting ook aandacht besteed aan de vereenvoudiging van regelingen die aan de Participatiewet ten grondslag lag?

19

Op welke manier wordt de beoogde vereenvoudiging van de Participatiewet meegenomen in de beleidsdoorlichting?

20

Hoe wordt «ondersteuning» gedefinieerd?

21

Hoe worden «hen die dat nodig hebben» gedefinieerd?

22

Is er in de beleidsevaluatie ook aandacht voor de manier waarop de verantwoordelijkheden zijn verdeeld tussen Rijk en gemeenten?

23

Waarom wordt er niet naar een langere periode voor 2014 gekeken, omdat één jaar oude situatie wellicht niet helemaal representatief is?

24

Op welke wijze wordt de doelmatigheid van artikel 2 gemeten?

25

Op welke manier wordt de doelmatige bijdrage van artikel 2 bij het vinden van werk, inkomensondersteuning en het bieden van aangepaste arbeid voor hen die dit nodig hebben in kaart gebracht?

26

Hoe is in de voorgestelde beleidsdoorlichting geborgd dat niet alleen over de doelgroep, maar ook met de doelgroep van de betreffende wetten en regelingen wordt gesproken?

27

Hoe wordt voorkomen dat de beleidsdoorlichting een louter theoretische exercitie tussen stakeholders wordt en directe, ongefilterde praktijkgeluiden onvoldoende in de doorlichting worden meegenomen?

28

Is het mogelijk om aan de opzet voor de beleidsdoorlichting, via een representatieve steekproef, een enquête of interviewreeks met de doelgroep(en) van de betreffende wetten en regelingen toe te voegen?

29

Indien het antwoord op vraag 28 negatief is, welke alternatieve onderzoeksmethoden en -technieken kunt u inzetten om van de beleidsdoorlichting een doorleefd, waarachtig verhaal te maken dat herkenbaar is voor de doelgroep(en) van de betreffende wetten en regelingen?

30

Waarom is ervoor gekozen het onderzoek uit te besteden aan een extern bureau?

31

Waarom wordt Cedris niet betrokken bij de beleidsdoorlichting?

32

Welke partijen worden nog meer betrokken bij de Klankbordgroep?

33

Hoe worden innovatieve partijen betrokken bij de Klankbordgroep?

34

Worden er andere partijen buiten de Klankbordgroep betrokken bij de beleidsdoorlichting?

35

Worden ook innovatieve partijen betrokken bij de beleidsdoorlichting?

36

Worden andere partijen buiten de Klankbordgroep de ruimte geboden om een bijdrage te leveren aan de beleidsdoorlichting?

37

Op welke wijze wordt de inbreng van andere partijen buiten de Klankbordgroep meegenomen in de beleidsdoorlichting?

Naar boven