2016D12886 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Binnen de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid hebben enkele fracties de behoefte enkele vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de brief van 1 maart 2016 houdende het Ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen in verband met het stellen van regels aan de opleidingseisen waaraan een beroepskracht meertalige buitenschoolse opvang voldoet (Kamerstuk 31 322, nr. 289).

De voorzitter van de commissie, Van der Burg

Adjunct-griffier van de commissie, Van der Linden

Inhoudsopgave

I.

Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

2

 

Vragen van de leden van de VVD-fractie

2

 

Vragen van de leden van de PvdA-fractie

2

 

Vragen van de leden van de CDA-fractie

3

     

II.

Antwoord / Reactie van de Minister

3

I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Vragen van de leden van de VVD-fractie

I. Algemeen

De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennis genomen van het Ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen. Deze leden onderschrijven het doel van dit besluit om in Amsterdam, en daarbij Nederland, een zo aantrekkelijk mogelijk vestigingsklimaat te creëren voor internationale ondernemers.

Een strikte scheiding tussen Nederlandstalige en vreemdtalige kinderopvang zorgt daarbij voor onnodige problematiek voor ouders die hun kinderen een goede aansluiting op internationaal onderwijs willen bieden, zoals bijvoorbeeld expats.

De leden van de VVD-fractie hebben echter nog wel een vraag aan de Minister over het ontwerpbesluit. Kan de Minister bevestigen dat dit ontwerpbesluit zich alleen maar beperkt tot de genoemde talen Engels, Frans en Duits en niet wordt uitgebreid met meerdere vreemde talen?

Vragen van de leden van de PvdA-fractie

I. Algemeen, 1. Inleiding

De leden van de PvdA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van onderhavig ontwerpbesluit. Naar aanleiding van het ontwerpbesluit hebben deze leden enkele vragen.

De leden van de PvdA-fractie hebben behoefte aan een cijfermatige onderbouwing van nut en de noodzaak van dit ontwerpbesluit. Hoeveel kindercentra zijn bereid om meertalige buitenschoolse opvang mogelijk te maken? Hoeveel ouders en kinderen hebben behoefte om hier gebruik van te maken?

Daarnaast willen deze leden graag de onderzoeken ontvangen, die aantonen dat het goed is voor de taalontwikkeling van jonge kinderen om meerdere talen op jonge leeftijd te leren.

Kan de Minister deze onderzoeken delen met de Kamer? En in hoeverre sluiten deze onderzoeken aan op de beoogde pilot en op welke manier worden de resultaten van deze onderzoeken ingebed in de lesmethodiek van deze pilot?

Verder vragen de leden van de PvdA-fractie waarom er gekozen is voor Duits, Frans en Engels als mogelijke voertalen in deze pilot. Kan de Minister dit nader toelichten?

1.1 Aanleiding, probleem en doel

Kan de Minister nader toelichten hoe de pilot van de gemeente Amsterdam er uit gaat zien? Hoeveel kindercentra betreft deze pilot? Hoe lang gaat deze pilot lopen en op welke manier krijgt de Kamer hier een terugkoppeling van?

Daarnaast lezen de leden van de PvdA-fractie dat er nu al uitzonderingen mogelijk zijn om af te wijken van Nederlands als voertaal in specifieke omstandigheden, bijvoorbeeld door de herkomst van de kinderen waarvan de ouders expats zijn. In hoeverre zijn deze uitzonderingen niet toereikend om te voldoen aan de wens van meertalige buitenschoolse opvang?

De leden van de PvdA-fractie constateren dat ten hoogste vijftig procent van de openingstijd van een kindercentrum per jaar in de Engelse, Duitse of Franse taal geboden kan worden.

Op welke manier is de Minister van plan om hier op toe te zien? Wordt dit ook meegenomen in de pilot van de gemeente Amsterdam? Kan de Minister ook nader toelichten op welke (andere) manieren gewaarborgd wordt dat Nederlands als voertaal ook belangrijk is voor de ontwikkeling van jonge kinderen?

3.2 Regeldruk

De leden van de PvdA-fractie constateren dat er in het ontwerpbesluit niets gezegd wordt over toezicht en handhaving op het taalniveau van de beroepskrachten. Hoe wordt hierop toegezien? Welke instantie controleert de aangereikte certificaten?

Overig

Tot slot wensen de leden van de PvdA-fractie nog een opmerking te plaatsen over kinderen met een taalachterstand. Deze leden vinden het belangrijk dat gewaarborgd wordt dat kinderen met een taalachterstand in het Nederlands of in een andere voertaal ook mee kunnen komen. Hoe houdt dit ontwerpbesluit rekening met de behoefte van deze leden? Hoe wordt voorkomen dat taalachterstanden – in welke taal dan ook – niet groter worden door de keuze om meertalige opvang aan te bieden?

Vragen van de leden van de CDA-fractie

De leden van de CDA-fractie hebben nog een paar vragen over het ontwerpbesluit.

Kan nader worden gespecificeerd wat moet worden verstaan onder een «passende opleiding»?

Hoe wordt het taalniveau vastgesteld?

Welke talen kunnen worden gesproken in een meertalige buitenschoolse opvang? In de toelichting bij het ontwerpbesluit wordt alleen gesproken over de Engelse, Duitse of Franse taal. Blijft het tot deze talen beperkt? Graag een uitgebreide toelichting.

II. Antwoord/ Reactie van de Minister

Naar boven