2016D11530 LIJST VAN VRAGEN

De vaste commissie voor Financiën heeft over de brief van de Staatssecretaris van Financiën van 19 februari 2016 over de evaluatie van de innovatiebox van 2010 tot 2012 (Kamerstuk 34 302, nr. 111) de navolgende vragen ter beantwoording aan de Staatssecretaris van Financiën voorgelegd.

De voorzitter van de commissie, Duisenberg

De adjunct-griffier van de commissie, Elferink

Nr.

Vraag

   

1

Kan worden uitgelegd welke stappen een buitenlandse onderneming zonder enige aanwezigheid in Nederland zou moeten nemen om gebruik te kunnen maken voor de innovatiebox?

2

Wordt in Duitsland minder aan onderzoeks- en ontwikkelingswerk gedaan, aangezien Duitsland geen fiscaal beleid kent om innovatie te bevorderen?

3

Kan een vergelijking worden gemaakt van het Nederlandse en het Duitse beleid ten aanzien van het bevorderen van innovatie en de effectiviteit hiervan?

4

Hoe innovatief is het Duitse bedrijfsleven ten opzichte van het Nederlandse bedrijfsleven?

5

Onderschrijft u de mening dat «The impact on innovation of patent boxes is difficult to evaluate empirically as tax planning and tax competition induce measurement error in innovation indicators»?

6

Welk effect op innovatie verwacht u wanneer al het geld dat nu aan de innovatiebox wordt besteed, zou worden aangewend voor de Wet Bevordering Speur- & Ontwikkelingswerk (WBSO)?

7

Welke lering trekt u uit het feit dat de innovatiebox in de rangorde van effectief innovatiebeleid veel minder goed scoort dan de Research & Development Aftrek (RDA) en de WBSO?

8

Wat zijn de overeenkomsten en verschillen concreet op een rij tussen de studie naar fiscale research and development (R&D)-instrumenten onder leiding van het CPB in opdracht van de Europese Commissie en de studie van Dialogic?

9

Is er een raming hoe het beroep op de innovatiebox zich bij ongewijzigd beleid gaat ontwikkelen de komende jaren? Zo ja, hoe? Zo nee, waarom niet?

10

Waarom is ervoor gekozen Dialogic het onderzoek uit te laten voeren?

11

In hoeverre staan het opgelopen budgettair beslag van de innovatiebox in verhouding tot opgelopen private R&D uitgaven?

12

Kunt u bevestigen dat Duitsland geen fiscale stimulans voor

R&D-activiteiten heeft?

13

Hoeveel banen en bedrijven levert het hebben van een innovatiebox op voor Nederland?

14

In hoeverre leiden de uitgaven aan de innovatiebox tot een daadwerkelijke vermeerdering van R&D uitgaven? En in hoeverre is het vooral een verschuiving van R&D uitgaven in het buitenland naar R&D uitgaven in Nederland?

15

In hoeverre leidt de aantrekkingskracht van de Nederlandse innovatiebox tot een afname aan realisatie van innovatie-winsten en innovatie-uitgaven in het buitenland?

16

Wat is het aandeel duurzame innovatie binnen de additionele R&D uitgaven en hoe is dit specifiek op ecologisch en sociaal gebied?

17

In hoe verre zijn er eisen gesteld aan het gebruik van de innovatiebox om sociale en ecologische duurzaamheid te bevorderen?

18

Wat zijn mogelijkheden om de innovatiebox voor kleine, innovatieve bedrijven toegankelijk te maken? In hoeverre vormen innovatieve start-ups een doelgroep van de innovatiebox?

19

In welke mate wordt de innovatiebox gebruikt als middel in belastingontwijking? Welke mogelijkheden zijn er dit te beperken?

20

Hebben andere landen ook fiscale faciliteiten om innovatie te bevorderen?

21

Welke uitgaven zijn qua Bang For Buck effectiever om innovatie te stimuleren?

22

Wat voor R&D uitgaven zijn er, gerekend onder de gerealiseerde additionele R&D uitgaven van 54 eurocent per euro gederfde belastinginkomsten?

23

Wat zijn mogelijke oplossingen om ervoor te zorgen dat het MKB meer van de innovatiebox gaat profiteren ten opzichte van het grootbedrijf?

24

Hoe is de vennootschapsbelasting geregeld in de EU-landen Ierland, Letland, het Verenigd Koninkrijk en Duitsland? Kan Nederland hier tegen concurreren als goed vestigingsklimaat?

25

Hoe is de vennootschapsbelasting geregeld in de Verenigde Staten?

26

Het MKB maakt vooralsnog minder gebruik van de innovatiebox. Wat doet het kabinet hieraan en zit er groei in?

27

Waarom komt het belastingvoordeel van de innovatiebox voor 80% bij het grootbedrijf terecht, terwijl het grootbedrijf slechts 59% van de uitgaven aan speur- en ontwikkelingswerk doet?

28

Wat is de prognose voor het budgettair beslag, gegeven de huidige ingezette groei? Is de groei van dit budgettair beslag op enige wijze begrensd?

29

Wat zijn de oorzaken van het feit dat het grootste deel van het budget van de innovatiebox bij het grootbedrijf belandt?

30

Hoe verhoudt het budgettaire beslag van de Nederlandse innovatiebox zich tot het budgettaire beslag van dergelijke regelingen in andere EU-landen?

31

In 2012 bedroeg de totale korting op de vennotschapsbelasting die bedrijven via de innovatiebox ontvingen 5,9% van de totale opbrengst van de vennootschapsbelasting. Hoe verhoudt dit zich tot andere EU-landen?

32

In hoeverre en op welke wijze beperkt het BEPS-project de toegankelijkheid van de innovatiebox voor het grootbedrijf? Kan hieruit opgemaakt worden dat het grootbedrijf de innovatiebox nu grotendeels gebruikt als middel voor belastingontwijking?

33

Welke aanbevelingen van de onderzoekers worden overgenomen door het kabinet?

34

Welke aspecten van de Nederlandse innovatiebox zijn niet in overeenstemming met de BEPS-voorwaarde van de invoering van een nexusbenadering voor innovatieboxen?

35

Kan de Tweede Kamer nog een integrale kosten- en batenanalyse tegemoet zien van de innovatiebox?

36

Kan de Tweede Kamer nog een vergelijking van de innovatiebox tegemoet zien met een nul-scenario en met andere wijzen van R&D stimulering?

37

Het rapport geeft aan dat de innovatiebox vooral leidt tot verlaging van de effectieve belastingdruk. Is dit onderdeel van de doelstelling van de innovatiebox?

38

Waarom hangt het gebruik van de innovatiebox in een ideale situatie niet af van bedrijfsbeslissingen? Waarom wordt deze genoemde ideale situatie beleidsmatig niet verder onderzocht?

39

Is middels publicaties en/of modelberekeningen aantoonbaar te maken dat de huidige stimuleringsregelingen voor R&D een grotere bijdrage leveren aan het vestigingsklimaat en de economische ontwikkeling, dan een algemene verlaging van de vennootschapsbelasting van dezelfde budgettaire omvang?

40

Het rapport vermeldt dat de nieuwe generatie box-gebruikers minder a-priori R&D uitgaven doet. In hoe verre betekent dit dat de nieuwe generatie ook minder (a priori) als innovatief bedrijf gekenmerkt kan worden?

41

De innovatiebox leidt per gederfde euro belastinggeld tot 54 eurocent aan extra uitgaven aan R&D; is bekend wat de multiplier is voor de economie als geheel op belastinguitgaven in de innovatiebox?

42

De innovatiebox leidt per gederfde euro belastinggeld tot 54 eurocent aan extra uitgaven aan R&D; hoe ligt deze verhouding in de S&O-afdrachtvermindering?

43

De innovatiebox leidt per gederfde euro belastinggeld tot 54 eurocent aan extra uitgaven aan R&D; tot hoeveel uitgaven aan R&D leidt iedere euro die geïnvesteerd wordt in universiteiten?

44

Welke vestigingsplaatsfactoren konden bedrijven selecteren bij de vraag welke relevant zijn voor de bepaling van de vestigingsplaats?

45

Welke regelingen vallen onder de vestigingsplaatsfactor «beschikbaarheid aantrekkelijke R&D en innovatiestimuleringsregelingen»?

Naar boven