Binnen de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap hebben enkele fracties
de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen over de brief van de Staatssecretaris
van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap d.d. 24 september 2014 inzake het besluit Commissariaat
voor de Media tot vaststelling van nieuwe tarieven programmagegevens van de NPO1 2014–2015 en het onderzoeksrapport Analyse ten behoeve van Prijsstelling Programmagegevens
2014–2015 (Kamerstuk 32 827, nr. 64).
De voorzitter van de commissie, Wolbert
Adjunct-griffier van de commissie, Bosnjakovic
I. Vragen en opmerkingen uit de fracties
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van het genoemde besluit. Deze leden
hebben hierover nog wel enkele vragen.
De leden constateren dat het Commissariaat voor de Media de hoogte van de nieuwe tarieven
voor programmagegevens baseert op een waardering uit een rapport uit juli 2014, waarin
nog niet het tussenvonnis van het Gerechtshof Amsterdam van 20 mei 20142 in een zaak tussen de Telegraaf en de NPO is meegenomen. Kan de Staatssecretaris
toelichten in hoeverre deze uitspraak, die bepaalde dat programmagegevens niet (langer)
beschermd zijn onder auteursrechten of de geschriftenbescherming, gevolgen zou moeten
hebben voor de hoogte van de tarieven?
De leden zien graag nader toegelicht in hoeverre de Staatssecretaris de aanbeveling
uit het rapport uit juli 2014 overneemt om de vervolgstappen van de verschillende
betrokkenen te volgen, zodat de daadwerkelijke impact op de waarde van bandbreedtes
en de afgeleide prijsstellingen nader bepaald kan worden in de toekomst. Is het Commissariaat
voor de Media hier reeds mee bezig en wordt er een herberekening uitgevoerd?
De leden vernemen graag in hoeverre er, volgens de Staatssecretaris, een markt en
een marktconform tarief bestaan voor gegevens die zonder vergoeding kunnen worden
overgenomen en gepubliceerd.
De leden van de D66-fractie hebben met verbazing kennisgenomen van het besluit van
het Commissariaat voor de Media inzake de nieuwe tarieven van de programmagegevens
van de NPO voor 2014–2015 en willen de Staatssecretaris graag nog enkele vragen voorleggen.
De leden constateren dat het Commissariaat voor de Media nieuwe tarieven heeft vastgesteld
voor de programmagegevens van de NPO voor 2014 en 2015. Artikel 2.139 Mediawet verplicht
de publieke omroep de programmagegevens ter beschikking van derden te stellen, tegen
een marktconform tarief. De genoemde leden willen daar graag een nadere toelichting
op, gezien recente ontwikkelingen.
Ten eerste wordt in het tussenvonnis van het Gerechtshof Amsterdam van 20 mei 2014
gesteld dat de omroepprogrammagegevens niet vatbaar zijn voor auteursrechtelijke bescherming,
ook niet via de zogenaamde geschriftenbescherming. Ten tweede is bij de vaststelling
van de nieuwe tarieven niet in ogenschouw genomen dat de geschriftenbescherming is
vervallen. De genoemde leden vragen daarom een heldere, nadere toelichting, mede in
het licht van het door de Staatssecretaris eerder gestelde: ‘Vervallen van de geschriftenbescherming
zou eventueel wel van invloed kunnen zijn op de hoogte van de marktconforme prijs
van de programmagegevens. In dat geval kan het Commissariaat voor de Media hiermee
rekening houden bij zijn periodieke herberekening van de marktconforme waarde.’3 Waarom is de juridische uitspraak van het Gerechtshof van Amsterdam én het vervallen
van de geschriftenbescherming niet meegenomen bij de berekening van de nieuwe tarieven?
Gaat u daarover het gesprek aan met het Commissariaat voor de Media, of denkt u aan
andere maatregelen om dit recht te zetten? Is een marktconforme vergoeding voor rechtenvrije
programmagegevens niet gelijk aan nul? Of zou dit in ieder geval niet maximaal een
vergoeding mogen zijn voor gemaakte kosten voor de verzameling en aanlevering, zo
vragen deze leden.
Graag ontvangen de genoemde leden tevens een toelichting op de vraag hoe de nieuw
vastgestelde tarieven te rijmen zijn met het Open Data beleid van de overheid, waarbij
het uitgangspunt is om informatie die met publieke middelen is gegenereerd zoveel
mogelijk gratis toegankelijk te maken.
Tot slot vragen de leden of de Staatssecretaris bereid is de marktconforme prijs van
de programmagegevens opnieuw te berekenen, waarbij rekening wordt gehouden met de
feiten dat er geen auteursrecht rust op programmagegevens en dat de geschriftenbescherming
is vervallen.