2014D19300 Lijst van vragen

Nr.	Vraag
1	Kunt u een overzicht geven van alle vrijwillige afdrachten aan multilaterale organisaties die in 2013 zijn gedaan en deze uitsplitsen per organisatie en per organisatie aangeven waarom de afdracht heeft plaatsgevonden?
2	Kunt u een overzicht geven van alle vrijwillige bijdragen die in 2013 zijn gedaan aan internationale organisaties?
3	Kunt u een overzicht geven van alle verplichte bijdragen die in 2013 zijn gedaan aan internationale organisaties?
4	Kunt u een overzicht geven van alle bestedingen uit het mensenrechtenfonds die in 2013 zijn gedaan en deze uitsplitsen per land waarvoor de middelen bestemd waren?
5	Kunt u een overzicht geven van alle afdrachten die aan NGO’s in Nederland en in het buitenland zijn gedaan die vallen onder de Official Development Assistance (ODA)-criteria in 2013 en per besteding aangeven wat het doel hiervan was?
6	Wat hebben de 27 handelsmissies opgeleverd in economische en politieke zin per land waar een handelsmissie naartoe is georganiseerd?
7	Hoeveel geld, wat voldoet aan de ODA-criteria, is er naar de voormalige Antillen gegaan vanuit de Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking-begroting en hoeveel via het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF)?
8	Welke percentage van het bnp werd in 2013 aan ontwikkelingssamenwerking besteed?
9	Welk percentage van alle ontwikkelingshulp kwam in 2013 terecht bij het bedrijfsleven en welk percentage daarvan ging naar Nederlandse bedrijven?
10	Hoe verhoudt het geïntensiveerde Nederlandse streven tot het bemachtigen van een niet-permanente VN-Veiligheidsraadzetel in 2017–2018 zich tot landen met datzelfde streven?
11	Welke verwachtingen richting de toekomst heeft u van de «goede investering in samenwerking met Russische partners» die u constateert ten aanzien van het Nederland-Ruslandjaar 2013? Welke positieve effecten van het Nederland-Ruslandjaar 2013 zullen zich in de toekomstige relatie tussen Nederland en Rusland manifesteren? Wat zijn de uitkomsten van het Nederland-Rusland jaar in economisch en politiek opzicht?
12	Met welke landen – naast de expliciet genoemde «andere Europese landen» en «Duitsland» – heeft Nederland in 2013 de relatie geïntensiveerd?
13	Verwacht u dat de EU-Richtlijn consulaire samenwerking in 2014 wordt gerealiseerd?
14	Kunt u concreet aangeven hoeveel budget er beschikbaar is voor het postennetwerk voor de taken Beheer, Management, Consulair, Ontwikkelingssamenwerking, Cultuur, Politiek en Economie?
15	Hoeveel FTE's zijn er in 2013 op de posten en op het ministerie verdwenen?
16	Hoeveel FTE's waren er beschikbaar voor mensenrechten in 2011, 2012 en 2013?
17	Welke landen zijn in 2013 bezocht in het kader van het versterken van de bilaterale betrekkingen?
18	Wat zijn de laatste ontwikkelingen in de bilaterale fora met Israël en de Palestijnse gebieden? Hebben de fora in 2013 al iets opgeleverd? Hoe verhouden de uitkomsten tot nu toe zich tot de doelstellingen?
19	Wat zijn de uitkomsten van de Duitsland-Nederland top in economisch en politiek opzicht en is er een vervolg gepland?
20	Wat zijn de resultaten van de implementatie van de internationaliseringsstrategieëen van de Topsectoren, waar in 2013 mee is begonnen?
21	Welk bereik had u voor ogen met de Mensenrechtentulp? Voldoen de 10.000 stemmen in het kader van de Mensenrechtentulp aan uw verwachtingen?
22	Wat zijn de voorlopige resultaten van de investering in de versterking van de economische functie van het postennet?
23	Welke bijdrage heeft Nederland geleverd om Libië te stabiliseren?
24	Waarom ligt de uitvoering van het MATRA-Zuid-onderdeel voor de ondersteuning van politieke partijen nu bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties?
25	Kunt u een overzicht geven van alle bestedingen van MATRA en MATRA-Zuid en deze uitsplitsen per land waarvoor deze bestemd waren?
26	Waarom is er sprake van een lagere liquiditeitsbehoefte bij het budget voor VN-contributies voor crisisbeheersingsoperaties? Wat houdt dit in?
27	Aan een versterkt cultureel profiel en positieve beeldvorming in en buiten Nederland is in 2013 EUR 11 miljoen meer uitgegeven dan begroot. Verwacht u dat het aantrekkelijker maken van het vestigingsklimaat voor internationale organisaties, naast een concrete bijdrage aan de bevordering van de internationale rechtsorde, ook economische baten kan opleveren?
28	Kunt u toelichten waaruit de post «diversen» van EUR 4,1 miljoen bestaat?
29	Kunt u een kwalitatieve en kwantitatieve vergelijking geven tussen de wapenexportvergunningen in 2011, 2012 en 2013?
30	Voor welke landen is het wapenexportbeleid in 2013 aangescherpt?
31	Kunt u een voorbeeld geven van de door u beoogde «niche-diplomatie»?
32	Kunt u toelichten waarom de uitgaven aan het Internationaal Atoomenergieagentschap (IAEA) lager en die aan de Nuclear Security Summit (NSS) hoger zijn uitgevallen?
33	Op welke wijze wordt het bedrag dat in 2013 vrijkomt door de verlaging van de verplichtingen (EUR 34.397.000) ingezet? Ten behoeve van welke posten?
34	Heeft de VN in 2013 van Nederland een minder hoge contributie gevraagd voor crisisbeheersingsoperaties? Hoeveel en waarom heeft de VN minder aan crisisbeheersingsoperaties uitgegeven?
35	Wanneer verwacht u dat de beoogde digitalisering van de consulaire- en visumprocessen is voltooid?
36	Kunt u aangeven welke ontwikkeling er in de afgelopen vijf jaar zichtbaar is met betrekking tot de uitgaven voor gebouwen voor diplomatieke vertegenwoordigingen evenals posten voor economische ondersteuning in het buitenland?
37	Waarom zijn de uitgaven aan de post «versterkte Europese samenwerking» sterk gedaald?
38	Kan nader worden toegelicht om welke redenen in 2013 inhuur van externe krachten nodig is geweest? Welke ontwikkeling is er in de afgelopen vijf jaar zichtbaar in de omvang van en uitgaven voor externe krachten?
39	Hoeveel investeringen wil de Netherlands Foreign Investment Agency (NIFA) in 2014 naar Nederland halen?
40	U stelt dat klimaatadaptatie en -mitigatie in de ontwikkelingssamenwerking-programmering wordt verwerkt. Hoe doet u dat voor wat betreft de betrokkenheid van de private sector bij projecten?
41	Nederland gaf EUR 33.6 miljoen aan noodhulp om de vluchtelingenstroom rondom Syrië op te vangen. Hoeveel gaven andere EU-landen, uitgesplitst per land, en de EU-instituties in 2013?
42	Waarom zijn de kosten voor wederopbouw in Afghanistan en Zuid-Soedan lager uitgevallen?
43	Er is vorig jaar minder geld aan ontwikkelingsrelevante infrastructuurontwikkeling (ORIO) besteed, doordat er lagere liquiditeitsbehoefte was. Kwam die lagere liquiditeitsbehoefte door minder behoefte aan geld of door lange en ingewikkelde aanvraagprocedures?
44	Het overgebleven geld van ORIO is besteed aan projecten op het gebied van voedselzekerheid. Is dat daarbinnen naar de private sector gegaan? Zo nee, waarom niet?
45	Kunt u verduidelijken hoeveel de hogere bijdrage precies is geweest aan het Pegase Programma (salarissen Palestijnse ambtenaren in Ramallah) en in Mali op het gebied van Veiligheid en Rechtsorde? Verwacht u dat deze bijdrage in de komende begrotingscyclus ook verhoogd blijft?
46	Kunt u aangegeven wat het doel was van de hogere raming die was opgenomen in artikel 3.1?
47	Hoeveel mensen heeft Nederland in 2013 uit de armoede gekregen via beleidsartikel 4 en kan dit uitgesplitst worden per land?
48	Kunt u de Nederlandse inzet in 2013 op het thema «eerlijke verdeling» nader toelichten? Waaraan is op dit terrein geld uitgegeven?
49	Kunt u de vermindering van EUR 8 miljoen op United Nations Population Fund (UNFPA) toelichten?
50	Kunt u aangeven wat de reden is geweest voor de vertragingen binnen de landenprogramma’s met betrekking tot water- en milieubeheer?
51	Kunt u aangeven wat de reden is voor de afbouw van het milieuprogramma in Rwanda?
52	Kunt u aangeven of er in 2013 wel genoeg middelen waren om te besteden aan opvang in de regio?
53	Kunt u aangeven of de aanhoudende crises in Syrië, Zuid-Soedan en de CAR en de stromen vluchtelingen die hierdoor op gangkwamen wel goed genoeg konden worden opgevangen in de regio met de middelen die er nog beschikbaar waren in 2013?