2013D08445

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 maart 2013

In haar brief van 15 februari jl. verzocht de vaste commissie voor Defensie mij om een reactie op de brief van de Onafhankelijke Defensie Bond (OBD) inzake het vakbondswerk van de ODB. Met deze brief voldoe ik aan dit verzoek.

In het Besluit georganiseerd overleg sector Defensie (Stb. 1993, nr. 353) zijn de regels vastgelegd voor het overleg dat Defensie voert met de centrales van overheidspersoneel. Hierin wordt onder meer bepaald welke centrales zijn toegelaten tot het overleg. Om te worden toegelaten tot het overleg moet de ODB zijn aangesloten bij één van de vier centrales die in het besluit worden genoemd.

De ODB heeft mij schriftelijk laten weten vanaf 1 januari jl. te zijn aangesloten bij de Unie van Onafhankelijke Vakorganisaties (UOV) en daarmee ook bij één van de vier centrales, het Ambtenarencentrum. Het Ambtenarencentrum heeft echter laten weten de ODB niet als een aangesloten vakbond te zien en het UOV per brief te hebben opgedragen het lidmaatschap van de ODB te beëindigen. Het gevolg hiervan is dat de ODB geen toegang heeft tot het overleg.

Vooralsnog is besloten de ODB niet langer toe te staan wervingsactiviteiten op defensiecomplexen te ontplooien. Het oogmerk is niet de vrijheid van vereniging van de defensiemedewerkers in te perken, maar wel duidelijk te maken dat een vakbond die voorlichting komt geven ook met de werkgever Defensie spreekt.

De minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert

Naar boven