2011D02900 Inbreng verslag van een schriftelijk overleg

De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken heeft enkele vragen en opmerkingen over de brief van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 6 december 2010 (TK 30 696 nr. 35) en over de daarbij overgelegde Handleiding opgraven en ruimen en de modelbeheersveror-dening begraafplaatsen.

Deze vragen, alsmede de daarop op ............ gegeven antwoorden, zijn hieronder afgedrukt.

De voorzitter van de commissie,

Dijksma

Adjunct-griffier van de commissie,

Hendrickx

Algemeen

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennis-genomen van de Handleiding Opgraven en Ruimen en de model-beheersverordening begraafplaatsen. Graag willen de leden van de VVD-fractie de minister een aantal vragen stellen en enkele opmerkingen maken. In het kader daarvan constateren zij dat er sinds de plenaire behandeling van het wetsvoorstel inzake de Wijziging van de Wet op de lijkbezorging een tweetal publicaties met betrekking tot begraven zijn verschenen. Allereerst in januari 2010 het Vademecum Kerkelijke Begraafplaatsen van de Vereniging voor Kerkrentmeesterlijk Beheer (VKB) in de PKN (450 aangesloten begraafplaatsen), en vervolgens in november van dat jaar de Handleiding Opgraven en Ruimen opgesteld door de Landelijke Organisatie van Begraafplaatsen (LOB), de Branche Vereniging Ondernemers Begraafplaatsbeheer (BVOB) en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). In hun vragen refereren zij aan deze publicaties.

De leden van de SP-fractie zijn blij dat uitvoering is gegeven aan het amendement Van Raak – Knops (TK 30 696 nr.23) op de Wet op de Lijkbezorging. Zij hebben kennisgenomen van de handleiding opgraven en ruimen, van de modelbeheersverordening begraafplaatsen, maar ook van het rapport van de stichting «Alert & Zorgzaam» en het «Comité van Waakzaamheid». Deze leden hebben een aantal indringende vragen.

Het amendement Van Raak-Knops had tot doel, zo constateren de leden van de SP-fractie, om misstanden bij het ruimen van graven te voorkomen. Door duidelijke regels te stellen voor de wijze van begraven, het ruimen van graven en het verwijderen van grafmonumenten. Deze leden waren dan ook verheugd over het feit dat de Landelijke Organisatie van Begraafplaatsen (LOB), de Branche Vereniging Ondernemers Begraafplaatsbeheer (BVOB) en de VNG gezamenlijk het initiatief namen om een handleiding en een modelbeheersverordening op te stellen. Bijzonder teleurgesteld zijn deze leden dat de toepassing van deze regels vrijblijvend is. Zij constateren dat veel begraafplaatsen goed werk leveren, maar ook dat in het verleden in enkele gevallen slordig en onzorgvuldig is gewerkt en de waardigheid van onze doden is aangetast.

Gemeenten en begraafplaatsen die hun zaken op orde hebben, zullen grotendeels werken volgens de aangereikte handleiding. Echter daar waar begraafplaatsen het niet zo nauw nemen met de regels, of gemeenten slecht controleren en handhaven, is een dwingender optreden gewenst, zo menen deze leden.

Die gemeenten en die begraafplaatsen kunnen nu gemakkelijk de dans ontspringen, omdat de handleiding enkel wordt aangeraden. Niets is verplicht. Deze leden bereiken al berichten dat in bepaalde gemeenten de handleiding enkel ter kennisname wordt genomen. Deelt de minister hun opvatting dat de gestelde regels vooral belangrijk zijn voor die begraafplaatsen die minder zorgvuldig omgaan met het stoffelijk overschot? Ziet hij met deze leden het gevaar dat juist die begraafplaatsen waarvoor deze regels het meest nodig zijn, zich het eerst aan deze regels zullen onttrekken? Is de minister bereid in een algemene maatregel van bestuur alsnog regels te stellen die wel afdwingbaar zijn?

De stichting «Alert & Zorgzaam» en het «Comité van Waakzaamheid» hebben gezamenlijk een rapport aangeboden aan de Tweede Kamer, met daarin een reactie op de handleiding. De leden van de SP-fractie vragen de minister om een reactie op dit rapport. Daarnaast horen zij graag van de minister waarom de stichting en het comité niet zijn betrokken bij de totstandkoming van de handleiding. Deze organisaties hebben veel ervaring op dit gebied en zijn betrokken geweest bij de totstandkoming van convenanten tussen gemeenten en begraafplaatsen. Hoe hebben de LOB, de BVOB en de VNG deze positieve ervaringen bij het opstellen van de richtlijnen betrokken?

De wijze van ruimen

De leden van de VVD-fractie lezen in hoofdstuk 10 (Ruiming van graven) van het Vademecum Kerkelijke Begraafplaatsen van de VKB dat diverse manieren van ruimen worden genoemd. De VKB noemt «mechanisch ruimen» niet piëteitsvol (blz. 95). In de Handleiding Opgraven en Ruimen van de LOB, BVOB en de VNG wordt ook aandacht besteed aan het ruimen van graven en wordt uitgebreid, ook aan de hand van foto’s, ingegaan op het machinaal ruimen van graven. Hierin wordt aangegeven dat zowel bij grootschalige als bij kleinere ruimingen machinaal ruimen de voorkeur verdient (blz. 53). Er is dus kennelijk een verschil van mening tussen enerzijds de LOB, de BVOB en de VNG en anderzijds de VKB als het gaat om het ruimen van graven. De leden van de VVD-fractie betreuren het dat er op het gevoelige punt van het ruimen van graven geen overeenstemming in de branche is. Zou het «handmatig ruimen» van graven niet de voorkeur verdienen, gelet op het piëteitsvol omgaan met menselijke resten, zo vragen de leden van de VVD-fractie aan de minister. Ziet hij een mogelijkheid om te bewerkstelligen dat er op dit punt één lijn wordt getrokken?

De leden van de SP-fractie merken op dat in de gezamenlijke handleiding van de LOB, de BVOB en de VNG niet wordt vastgelegd hoe graven moeten worden geruimd. Tijdens het debat over de aanpassingen van de Wet op de lijkbezorging was dit echter één van de aandachtsgebieden, zo constateren deze leden. Zij zouden graag zien dat hierover alsnog duidelijke afspraken worden gemaakt, dat deze gaan gelden voor alle gemeenten en dat deze afspraken bindend zijn. Zij zouden graag zien dat wordt vastgelegd dat graven enkel handmatig mogen worden geruimd en het zogenoemde schudden van een graf de voorkeur heeft.

Voorts zien deze leden graag dat bij het ruimen van graven en het overbrengen van de resten naar een verzamelgraf de stoffelijke resten bijeen worden gehouden, bijvoorbeeld door gebruik te maken van een kartonnen doos, een juten zak of een ander milieuvriendelijk omhulsel. Zo kan voorkomen worden dat menselijke resten door elkaar worden gegooid of – zoals in het verleden is gebeurd – op een begraafplaats rondslingeren. Deze leden zouden ook dit als werkwijze verplicht willen zien. Graag ontvangen deze leden een beredeneerde inschatting van de extra kosten die deze manier van werken met zich mee zou brengen.

Verzamelgraven en knekelputten

Een punt van aandacht voor de leden van de VVD-fractie is het, na een ruiming, overbrengen van menselijke resten in een verzamelgraf. Hoe is nu gegarandeerd dat dat piëteitsvol gebeurt, zeker als er geen gebruik wordt gemaakt van erkende ruimingsbedrijven? Gaarne krijgen de leden van de VVD-fractie een reactie van de minister.

De leden van de SP-fractie maken graag gebruik van de mogelijkheid om nogmaals aan te dringen op een andere omgang met knekelputten, of verzamelgraven. Men kan hier veel publieksvriendelijker mee omgaan, zo menen zij, door deze toegankelijk te maken voor publiek en in te richten als herkenbare herdenkingsplek. Als een graf eenmaal is geruimd, is dit immers de enige plek waar nabestaanden nog terechtkunnen. Deze leden verzoeken de minister om ook hieromtrent nadere regels te stellen.

Naar boven