Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 28 september 2010
In de brief van 15 september 2010 vraagt de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van uw Kamer om een
reactie op de brief van de heer W. over het groene erfpachtbedrijf van de heer W. op Texel. In de brief van de heer W. wordt
de Kamer verzocht om aan te dringen bij Staatsbosbeheer om samen met de heer W. een buitengerechtelijke oplossing te vinden
voor het conflict.
In reactie op dit verzoek merk ik op dat het hier gaat om een private overeenkomst tussen de heer W. en Staatsbosbeheer. Het
sluiten van overeenkomsten als deze is een zelfstandige bevoegdheid van Staatsbosbeheer, waar ik geen bemoeienis mee heb.
Het betreft hier nadrukkelijk geen erfpachtkwestie, zoals beschreven in de rapportage van de heren G. en Z.
Staatsbosbeheer heeft mij aangegeven dat het conflict tussen Staatsbosbeheer en de heer W. inmiddels ruim tien jaar loopt.
Thans heeft het met name betrekking op het niet betalen van de erfpachtcanon en het handelen in strijd met de erfpachtvoorwaarden
door de heer W., op grond waarvan de erfpacht in juli 2009 per 1 januari jl. is opgezegd. Er zijn sinds 2005 diverse gerechtelijke
procedures geweest. De heer W. is inmiddels 7 keer in het ongelijk gesteld door de rechter, die zoals bekend bij het privaatrechtelijk
handelen van overheidsorganisaties de betreffende algemene beginselen van behoorlijk bestuur meeweegt.
De heer W. heeft inmiddels een zeer forse betalingsachterstand, niet alleen wegens het niet betalen van de erfpachtcanon,
maar ook omdat hij de betalingen waartoe hij eerder is veroordeeld, niet heeft voldaan.
Staatsbosbeheer heeft geen vertrouwen meer in een vruchtbare contractrelatie en wil derhalve geen verdere samenwerking met
de heer W.
De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
G. Verburg