Vragen van het lid Sneller (D66) aan de Minister en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over de uitspraak van de rechter dat digitale platforms geen openbare plaats zijn in de zin van de APV (ingezonden 23 juni 2025).

Vraag 1

Bent u bekend met de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State dat digitale platforms geen openbare plaats zijn in de zin van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) en dus geen grondslag bieden voor een online gebiedsverbod?1

Vraag 2

Erkent u dat het eerdere kabinetsstandpunt – dat dit een lokale aangelegenheid betreft en gemeenten zelf mogen beslissen of zij een online gebiedsverbod wilde opleggen – onjuist was?2

Vraag 3

Hoe reflecteert u op het feit dat het uitblijven van een landelijke visie van u en uw voorgangers ertoe heeft geleid dat burgemeesters noodgedwongen moesten experimenteren met online gebiedsverboden, met als gevolg een schending van het legaliteitsbeginsel?

Vraag 4

Welke verschillende alternatieven ziet u om online opruiing om te gaan? Kunt u de verschillende mogelijkheden uiteenzetten, waaronder de uitbreiding van de bevoegdheden van de Autoriteit Online Terroristisch en Kinderpornografisch Materiaal (ATKM) of het introduceren van een strafrechtelijke grondslag? Welke variant heeft uw voorkeur?

Vraag 5

Bent u, gezien het feit dat gemeenten nu met lege handen staan om dit probleem aan te pakken, nu eindelijk bereid een concreet voorstel naar de Kamer te sturen? Zo ja, op welke termijn?


X Noot
1

Uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 11 juni 2025, ECLI:NL:RVS:2025:2627

X Noot
2

Aanhangsel Handelingen I, vergaderjaar 2022–2023, nr. 1379.

Naar boven