Vragen van het lid Vermeer (BBB) aan de Ministers van Klimaat en Groene Groei en van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur over Agri-PV (ingezonden 13 december 2024).

Vraag 1

Bent u van mening dat de definitie van Agri-PV ruimte moet bieden aan de innovatiekracht van de energiesector én de agrarische sector en hierin niet te beperkend moet zijn, zodat de mensen in het veld kunnen onderzoeken welke vormen van Agri-PV – bijvoorbeeld combinaties met akkerbouw, pluimvee of melkvee – het meest kansrijk zijn?

Vraag 2

Kunt u bevestigen dat bij Agri-PV de bestemming van de grond agrarisch blijft, aangezien zonne-energie wordt toegevoegd aan een agrarische activiteit en niet andersom?

Vraag 3

Bent u bereid om samen te werken met de Ministeries van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur en Klimaat en Groene Groei om het regelgevend kader voor Agri-PV optimaal aan te laten sluiten bij de agrarische bedrijfsvoering, zodat er zo min mogelijk verandert voor agrariërs wanneer zij zonne-energie toevoegen aan hun agrarische activiteit op hetzelfde perceel? Bent u het met BBB eens dat dit duidelijkheid zou bieden aan de agrarische sector en ruimte geeft aan innovatie?

Vraag 4

Kunt u bevestigen dat de fiscale situatie voor agrariërs die kiezen voor Agri-PV kraakhelder moet zijn en geen bottleneck mag vormen? Kunt u bevestigen dat indien dit wel het geval is u samen met de Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur gaat onderzoeken hoe dit te bewerkstelligen? Begrijpt u dat dit onder andere gaat over de bedrijfsopvolgingsregeling voor landbouwbedrijven (BOR), vrijstellingen rondom de overdrachtsbelasting en de landbouwvrijstelling (vrijstelling op belasting van waardevermeerdering)?

Vraag 5

Bent u bereid om samen met de Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur te onderzoeken of de huidige uitvoeringsregeling van het Gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) (artikel 6, lid 5) aangepast kan worden, zodat installaties die zonne-energie opwekken niet categorisch worden uitgesloten als subsidiabele hectare? Zeker als de ruimte onder de panelen ook een agrarische toepassing heeft, bijvoorbeeld in de vorm van biodiversiteitsontwikkeling? Deelt u de mening van de BBB dat dit essentieel is voor de innovatiekracht en mogelijkheden voor agrariërs om Agri-PV in hun bedrijfsvoering in te passen?

Vraag 6

Kunt u bevestigen dat de aanwezigheid van zonnepanelen geen impact zou moeten hebben op de hoeveelheid mest die op een perceel mag worden uitgereden, en of dit ook geldt voor Agri-PV projecten?

Vraag 7

Bent u bereid om te onderzoeken of biodiversiteit bevorderende kruidenstroken of andere groenvoorzieningen die direct onder de zonnepanelen worden geplant, aanspraak kunnen maken op de Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer (ANLB) subsidie, net als reguliere agrarische activiteiten?

Vraag 8

Kunt u bevestigen dat er beleidsmatige ruimte moet zijn om te innoveren met verschillende Agri-PV concepten, zodat deze in de praktijk bewezen kunnen worden en de inpasbaarheid in de agrarische bedrijfsvoering wordt gewaarborgd?

Naar boven