Vragen van de leden Six Dijkstra (Nieuw Sociaal Contract) en Kathmann (GroenLinks-PvdA) aan de Minister van Justitie en Veiligheid en de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over rechterlijke toegang tot burgerinformatie van de politie (ingezonden 5 december 2024).

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Rechtbank wil zien welke data de politie over burgers verzamelt – maar de politie weigert dat» van Follow the Money?1

Vraag 2

Klopt het dat de politie weigert een rechterlijk bevel op te volgen om een forensisch onderzoeker toegang te geven tot haar datasystemen?

Vraag 3

Deelt u de mening dat de politie zich aan dergelijke rechterlijke uitspraken heeft te houden en dat politiesystemen ter inzage beschikbaar moeten worden gesteld aan door de rechter benoemde deskundigen? Deelt u de mening dat hiervoor geen dwangsommen nodig zouden moeten zijn?

Vraag 4

Hoe reflecteert u op de constatering van de rechtbank dat het feit dat de politie burgers onvoldoende inzage geeft in de data die in politiesystemen over hen verzameld is «helaas past in het beeld dat de rechtbank heeft»?

Vraag 5

Vindt u dat burgers het recht hebben om inzage te krijgen in de gegevens die de politie van hen heeft? Zo ja, onder welke omstandigheden wel en niet? Welke stappen zet u om ervoor te zorgen dat de politie de inzagemogelijkheden voor burgers verbetert? Op welke termijn zijn deze verbeteringen aangebracht?

Vraag 6

Op welke termijn verwacht u dat de politie en de Koninklijke Marechaussee de aanbevelingen uit het rapport «Blind vertrouwen?»2 van de Nationale ombudsman uitvoeren? Hoe ziet u erop toe dat dit daadwerkelijk gebeurt? Kunt u hierover blijvend rapporteren aan de Kamer?

Vraag 7

Met welke instanties, zowel nationaal als internationaal, worden de gegevens van verdachten in de CTER-registratie gedeeld? Worden deze gegevens verwijderd als een registratie onterecht blijkt? Hoe wordt hier nationaal en internationaal op toegezien?

Vraag 8

Welke instanties hebben toegang tot de datasystemen van de politie? Klopt de stelling van de politie dat alleen de Autoriteit Persoonsgegevens hiertoe bevoegd zou zijn, een aanname die de AP zelf weerlegt?

Vraag 9

In welke wetgeving of (interne) protocollen is het recht op toegang tot politiegegevens vastgelegd? Waaruit blijkt dat er geen grondslag is om forensisch onderzoek te verrichten binnen de datasystemen van de politie?

Vraag 10

Hoe vaak is het eerder voorgekomen dat vanuit de rechtspraak een partij wordt benoemd die de opdracht krijgt om in de systemen van de politie te kijken? Hoe is daar in eventuele andere gevallen door de politie mee omgegaan?

Vraag 11

Wat is volgens u nodig om ervoor te zorgen dat de politie zich op dit gebied aan alle rechterlijke uitspraken houdt? Op welke termijn gaat u dit realiseren?

Vraag 12

Hoe beoordeelt u de uitspraak van hoogleraar digitalisering en rechtsstaat Reijer Passchier dat er nieuwechecks and balances nodig zijn omdat de uitvoerende macht door digitalisering alleen maar machtiger wordt ten opzichte van de controlerende macht?

Vraag 13

Wat zijn, in het licht van de prioriteit die u als Minister geeft aan werken aan het vertrouwen in de rechtsstaat, uw ambities om de machtsbalans tussen de uitvoerende macht en de controlerende macht te versterken? Wat is daarvoor uw tijdspad en welke middelen zijn nodig om dit te bereiken?

Vraag 14

Wilt u deze vragen afzonderlijk en binnen drie weken beantwoorden?

Naar boven