Vragen van de leden Paternotte en Sneller (beiden D66) aan de Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de beantwoording van vragen over het bericht over gedoe rond vergadering van pro-Palestinastudenten (ingezonden 2 december 2024).

Vraag 1

Bent u van mening dat, alhoewel hogescholen en universiteiten in de eerste plaats zelf gaan over de beveiliging en huisregels, deze regels zich wel binnen de kaders van de grondrechten moet afspelen?

Vraag 2

Bent u van mening dat u een verantwoordelijkheid heeft in het waarborgen van deze grondrechten, en in die hoedanigheid een verantwoordelijkheid heeft om universiteiten en hogescholen aan te spreken als zij buiten die kaders treden?

Vraag 3

Bent u van mening dat het maken en rondsturen van foto’s van studenten die protesten bijwonen, het afluisteren van bijeenkomsten en laten posten van bewakers bij bijeenkomsten past binnen de kaders van de vrijheden van demonstratie, vergadering en meningsuiting en het recht op privacy?

Vraag 4

Hoe weet u als Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap dat de insteek van besturen van instellingen niet is bijeenkomsten, zoals besproken in de schriftelijke vragen van het lid Beckerman, te beperken?1

Vraag 5

Bestaan er richtlijnen voor onderwijsinstellingen voor de wijze waarop zij beveiliging kunnen inrichten waarmee geen onevenredige inbreuk wordt gemaakt op de vrijheid van demonstratie, vergadering en meningsuiting?

Vraag 6

Wat zijn de resultaten van de gesprekken die u als Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap hierover voert met de onderwijsinstellingen?

Vraag 7

Erkent u het risico dat publiek toegankelijke instellingen zoals onderwijsinstellingen en ziekenhuizen in toenemende mate zelfstandig extra beveiligingsmaatregelen nemen waarmee een inbreuk wordt gedaan op privacyrechten?

Vraag 8

Erkent u dat er behoefte is aan duidelijke kaders voor welke maatregelen onderwijsinstellingen en andere publieke instellingen mogen nemen om de veiligheid te waarborgen zonder daarbij een onevenredige inbreuk te maken op de grondrechten?

Vraag 9

Bent u van mening dat het beter is om hier duidelijke regels voor op te stellen dan te wachten tot rechten geschonden worden en er meldingen gedaan moeten worden bij de Autoriteit Persoonsgegevens of de stap naar de rechter moet worden gezet?


X Noot
1

Aanhangsel Handelingen II, vergaderjaar 2023–2024, nr. 408.

Naar boven