Vragen van de leden Kamminga (VVD) en Zeedijk (Nieuw Sociaal Contract) aan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp over het bericht «Hulpverlening aan Gaza dreigt verder in knel te komen: Israël verbiedt UNRWA» (ingezonden 30 oktober 2024).

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Hulpverlening aan Gaza dreigt verder in knel te komen: Israël verbiedt UNRWA»?1

Vraag 2

Hoe beoordeelt u deze ontwikkelingen in Israël en de effecten op de humanitaire hulp aan Gaza?

Vraag 3

Kunt u aangeven wanneer het verbod op UNRWA in Israël ingaat?

Vraag 4

Wat is het effect van deze wet op UNRWA als organisatie?

Vraag 5

Hoe beoordeelt u de uitspraak van een woordvoerder van het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse Zaken dat er niemand is die UNRWA op dit moment, midden in deze crisis, kan vervangen?2

Vraag 6

Wat heeft deze beslissing van het parlement in Israël voor impact op de hulpactiviteiten die UNRWA nu biedt in Gaza?

Vraag 7

Welke andere mogelijkheden voor het verlenen van humanitaire hulp in Gaza ziet u als UNRWA verboden wordt in Israël?

Vraag 8

Heeft het verbod van UNRWA in Israël ook effect op de werkzaamheden buiten Gaza, zoals bijvoorbeeld in Libanon?

Vraag 9

Welke gevolgen heeft dit concreet voor de overige hulporganisaties die in Gaza actief zijn?

Vraag 10

In hoeverre heeft het aannemen van de wet gevolgen voor het kabinetsstandpunt met betrekking tot de jaarlijkse bijdrage van Nederland aan UNRWA?

Vraag 11

Bent u bereid om deze vragen te beantwoorden voor de begrotingsbehandeling Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp 2025?

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van de leden Piri en Hirsch (beiden GroenLinks-PvdA), ingezonden 30 oktober 2024 (vraagnummer 2024Z17175).

Naar boven