Vragen van het lid Rikkers (BBB) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de beantwoording van feitelijke vragen over de onthouding over het WHO-pandemieverdrag en de International Health Regulations (ingezonden 18 oktober 2024).

Vraag 1

Kunt u bevestigen dat Nederland op geen enkele wijze is gebonden aan de vastgestelde wijzigingsvoorstellen die de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) heeft gepubliceerd?

Vraag 2

Kunt u duidelijkheid geven of er momenteel stappen worden ondernomen om de vastgestelde wijzigingsvoorstellen voor de parlementaire goedkeuringsprocedure voor te bereiden?

Vraag 3

Hoe duidt u het volgende antwoord over eerder aangenomen moties: «Op 19 september 2024 heeft de directeur-generaal van de WHO de vastgestelde wijzigingsvoorstellen genotificeerd aan de lidstaten. Na deze notificatie zal de uitdrukkelijke parlementaire goedkeuringsprocedure worden gevolgd. En zal hiertoe een wetsvoorstel worden ingediend bij de Staten-Generaal»?12

Vraag 4

Waarom heeft u het over een parlementaire goedkeuringsprocedure, aangezien er geen parlementaire goedkeuringsprocedure zou komen en Nederland zich met het kabinet tegen het onderhandelingsresultaat zou uitspreken?

Vraag 5

Kunt u toezeggen om in opvolging van de motie Keijzer c.s. actief tegen de vastgestelde wijzigingsvoorstellen te stemmen en deze niet te ondertekenen?3

Vraag 6

Indien u niet kunt toezeggen om in opvolging van de motie Keijzer c.s. tegen de vastgestelde wijzigingsvoorstellen te stemmen, kunt u dan toezeggen dat er nooit een wetgevingstraject in gang zal worden gezet om deze wijzigingen te implementeren?

Vraag 7

Hoe gaat u ervoor zorgen dat de Kamer tijdig en volledig geïnformeerd blijft over de voortgang van de onderhandelingen over het pandemie-instrument en de ontwikkelingen rond de vastgestelde wijzigingsvoorstellen van de International Health Regulations?

Vraag 8

Kunt u deze vragen voor het einde van de maand beantwoorden?


X Noot
1

Kamerstuk 36 410-XVI, nr. 66

X Noot
2

Kamerstuk 25 295, nr. 2175

X Noot
3

Kamerstuk 25 295, nr. 2185

Naar boven