Vragen van de leden Eerdmans (JA21) en Flach (SGP) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over versterkte gebedsoproepen door moskeeën (ingezonden 26 september 2024).

Vraag 1

Kunt u aangeven wat de achtergrond is van het voornemen in het regeerprogramma om betere regels te formuleren voor versterkte gebedsoproepen?1 Welke problemen ziet u in de huidige wet en kunt u toelichten wanneer u van plan wijzigingen voor te stellen?

Vraag 2

Hoe geeft u er zich rekenschap van dat de huidige wettelijke regeling, uit de jaren ’80 van de vorige eeuw, ontstaan is in een geheel andere culturele en maatschappelijke context dan die van de huidige samenleving? In hoeverre biedt dat volgens u aanleiding en grond om tot een heroverweging te komen?

Vraag 3

Kunt u aangeven hoeveel moskeeën in Nederland momenteel een versterkte gebedsoproep doen en in welke gemeenten dat gebeurt?

Vraag 4

Kunt u aangeven met welke frequentie de versterkte gebedsoproepen door moskeeën veelal plaatsvinden? In hoeverre is de afgelopen jaren sprake van een verhoging van de frequentie?

Vraag 5

Kunt u aangeven hoe het aantal versterkte gebedsoproepen door moskeeën in Nederland zich na het jaar 2000 heeft ontwikkeld?

Vraag 6

Kunt u aangeven hoeveel meldingen van overlast er de afgelopen jaren zijn geregistreerd van overlastgevende gebedsoproepen door moskeeën? Vindt u dat de huidige wet voldoende ruimte biedt aan gemeenten om rekening te houden met lokale omstandigheden?

Vraag 7

Bent u ook van mening dat het voor burgers een wezenlijk verschil bestaat tussen klokgelui en het verspreiden van geloofsbelijdenissen met geluidsversterking? Op welke manier wilt u hiermee rekening houden?

Vraag 8

Vindt u het wenselijk dat wekelijks op vaste momenten een geloofsbelijdenis met geluidsversterking wordt verspreid over een buurt of stadsdeel?


X Noot
1

Kamerstuk 36 471, nr. 96, Bijlage Regeerprogramma. Uitwerking van het hoofdlijnenakkoord door het kabinet, pagina 17.

Naar boven