Vragen van het lid Rooderkerk (D66) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de subsidieverstrekking aan het Internationaal Theater Amsterdam (ingezonden 17 september 2024).

Vraag 1

Klopt het dat in de Culturele basisinfrastructuur (BIS) een bijdrage voor internationale excellentie is opgenomen van € 337.520,– per jaar voor een instelling die zich internationaal kwalitatief onderscheidt?

Vraag 2

Klopt het dat het Internationaal Theater Amsterdam (ITA) de afgelopen jaren ontvanger van die extra bijdrage is geweest vanwege het unieke internationale karakter hiervan?

Vraag 3

Klopt het dat de Raad voor Cultuur graag had gezien dat het extra budget voor internationale excellentie op basis van haar uitstekende internationale reputatie en de kwaliteit van haar aanvraag op dit specifieke onderwerp werd toegekend aan ITA?

Vraag 4

Klopt het dat in het advies van de Raad voor Cultuur deze keer gekozen is om die bijdrage niet aan ITA toe te kennen, maar dat het ook niet aan een andere instelling is toegekend? Zo ja, waarom niet?

Vraag 5

Klopt het dat ITA deze extra subsidie misloopt omdat ze als middelgrote theaterinstelling aangemerkt is in het advies van de Raad voor Cultuur? Zo ja, waarom kan een middelgrote instelling geen aanspraak maken op die bijdrage voor internationale excellentie?

Vraag 6

Klopt het dat u de mogelijkheid heeft om van deze regeling af te wijken en dat het geld op dit moment ongebruikt op de plank ligt?

Vraag 7

Bent u bereid om het bedrag voor internationale excellentie alsnog aan ITA toe te kennen? Zo niet, bent u bereid om toe te lichten op welke inhoudelijke gronden u daarvan afziet?

Vraag 8

Kunt u deze vragen uiterlijk voor het Wetgevingsoverleg Cultuur op 11 november 2024 beantwoorden?

Naar boven