Vragen van het lid Van Nispen (SP) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over de tuchtrechtelijke veroordeling van de Landsadvocaat (ingezonden 10 september 2024).

Vraag 1

Wat vindt u van de tuchtrechtelijke veroordeling van de Landsadvocaat, een langslepende zaak, waarin uiteindelijk is geoordeeld dat het verschoningsrecht, een fundamenteel rechtsbeginsel, is geschonden?1

Vraag 2

Op welke momenten is over deze kwestie, door u of vanuit uw ministerie met het kantoor van de Landsadvocaat, overlegd? Heeft u ook overleg gehad over de toon en strekking van de brief van de Landsadvocaat alsmede over uw brief aan de Kamer hierover?2

Vraag 3

Is voor u werkelijk de kous af door aan de Kamer te schrijven: «De Raad van discipline heeft in deze casusspecifieke situatie duidelijkheid verschaft over de verhouding tussen de vernietigingplicht van verschoningsgerechtigde informatie enerzijds en de bewaar- en verantwoordingsplicht anderzijds. De landsadvocaat heeft mij bericht dat hij daar in toekomstige voorkomende gevallen als landsadvocaat vanzelfsprekend naar zal handelen.»3

Vraag 4

Heeft u zich er van vergewist dat dit de enige keer is geweest dat Pels Rijcken het verschoningsrecht heeft geschonden? Zo ja, op welke wijze? Zo niet, waarom niet?

Vraag 5

Heeft de Staat betaald voor deze foute gedragingen en onjuiste advisering? Zo ja, hoeveel? Bent u bereid dat terug te gaan vorderen?

Vraag 6

Had Pels Rijcken volgens u op geen enkel moment zelf eerder tot inkeer kunnen of moeten komen dat het onjuist handelde door het verschoningsrecht te schenden?

Vraag 7

Erkent u dat dit de zoveelste incident keer is dat (het kantoor van) de Landsadvocaat onder vuur komt te liggen?

Vraag 8

Bent u van mening dat de Landsadvocaat eigenlijk van onberispelijk gedrag zou moeten zijn?

Vraag 9

Deelt u de mening dat de Staat nu dan toch echt afscheid zou moeten nemen van het kantoor van de Landsadvocaat? Zo niet, waarom niet?


X Noot
2

Kamerbrief van 9 september 2024 inzake uitspraak Raad van discipline over de landsadvocaat

X Noot
3

Kamerbrief van 9 september 2024 inzake uitspraak Raad van discipline over de landsadvocaat

Naar boven