Vragen van het lid Eerdmans (JA21) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het antwoord op vragen over de oproep van Extinction Rebellion om de A12 te bezetten op 6 juli 2024 (ingezonden 9 september 2024).

Vraag 1

Kunt u aangeven hoe vaak Extinction Rebellion (XR) het afgelopen jaar en dit jaar de A10 en A15 heeft bezet? Kunt u tevens aangeven, desnoods via een schatting, hoeveel agenten hierbij zijn ingezet? Kunt u tevens aangeven hoeveel «demonstranten» hierbij zijn opgepakt?

Vraag 2

Kunt u aangeven hoeveel XR-demonstranten die de A10 of de A12 dreigden te blokkeren preventief zijn opgepakt?

Vraag 3

Kunt u aangeven hoeveel personen er bij de verschillende (snelweg) blokkades van XR, waarbij tientallen demonstranten zijn opgepakt terzake overtreding van artikel 162 Wetboek van Strafrecht, tot vervolging is overgegaan? Kunt u aangeven in hoeveel gevallen er een dagvaarding is uitgereikt aan deze verdachten? Kunt u aangeven in hoeveel gevallen het Openbaar Ministerie (OM) besloten heeft om deze verdachten niet te vervolgen en op basis van welke sepotgrond?

Vraag 4

In hoeverre bent u het met JA21 eens dat door de wijze waarop het demonstratierecht door de Europese en nationale rechter wordt uitgelegd ervoor zorgt dat art. 2 van de Wet Openbare Manifestaties, waarin het belang van het «verkeer» wordt genoemd als grondslag voor een beperking van het demonstratierecht, een dode letter is geworden, dit gelet op het niet vervolgen van veel XR-activisten die zich herhaaldelijk aan het bezetten van auto(snel)wegen schuldig maken?

Vraag 5

In hoeverre deelt u de mening dat door de wijze waarop het demonstratierecht wordt uitgelegd door de Europese en nationale rechter te ver gaat en dat daardoor in een aantal gevallen, zoals bij een veelvuldige bezetting van belangrijke auto(snel)wegen, «the rights and freedoms of others» (in artikel 11 EVRM als te beschermen belang genoemd dat een beperking van het demonstratierecht kan inhouden) op buitenproportionele wijze worden geschonden en dus tot een beperking van het demonstratierecht zouden moeten leiden als door het EVRM is voorzien?

Vraag 6

Deelt u de mening dat ter waarborging van de zojuist genoemde «rights and freedoms of others» als bedoeld in art. 11 EVRM, art 2 lid 2 van de Wet Openbare Manifestaties dient te worden aangepast in die zin dat aan de beperkingsgronden «de rechten en vrijheden van anderen» dient te worden toegevoegd?

Vraag 7

Kunt u uitleggen, desnoods via uitvraag bij het OM, waarom er bij de XR-blokkades van snelwegen, bruggen, de zeesluis IJmuiden en mogelijk ook de blokkade van het Rijksmuseum niet wordt overgegaan tot vervolging conform artikel 162 Wetboek van Strafrecht, zoals bijvoorbeeld bij de «blokkeerfriezen» wel is gebeurd?

Vraag 8

Kunt u inzichtelijk maken, desnoods middels een schatting, hoeveel schade er is gemaakt door XR, waarbij tenminste de brugblokkades bij Arnhem en Nijmegen, de zeesluisblokkade bij Amsterdam en de blokkade van het Rijksmuseum zijn meegenomen?

Vraag 9

Hoeveel van de schade van eerder onwettige acties van XR is inmiddels verhaald op de daders? Welke extra maatregelen gaat u nemen om te zorgen dat iedere euro aan schade op de daders kan worden verhaald?

Vraag 10

Bent u bereid om bij de inspecteur van de Belastingdienst de maatschappij-ontwrichtende acties van XR aan te kaarten, zoals het illegaal betreden van verboden terrein op Eindhoven Airport, het continu bezetten van de A12, het bekladden van het Havenbedrijf Rotterdam en het dreigen met kantoorsluitingen van Rabobank-filialen, waardoor mogelijk overgegaan kan worden tot het intrekken van de ANBI-status van XR?

Naar boven