Vragen van het lid Ellian (VVD) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over de nog uit te werken plannen om het capaciteitstekort in het gevangeniswezen op te lossen (ingezonden 19 augustus 2024).

Vraag 1

Hoe groot is de voorraad nog op te roepen zelfmelders op dit moment?

Vraag 2

Hoeveel veroordeelden binnen deze groep zijn veroordeeld voor een ernstig gewelds-en zedendelict?

Vraag 3

Hoeveel gedetineerden zijn op dit moment met capaciteitsverlof gestuurd?

Vraag 4

Wat bedoelt u in uw Kamerbrief van 13 augustus jl. (Kamerstuk 24 587, nr. 967) met «plaatsing van gedetineerden met beperktere risico’s in een omgeving die bij die risico’s past»?

Vraag 5

Waarom schrijft u in voornoemde Kamerbrief dat «plaatsing van gedetineerden met beperktere risico’s in een omgeving die bij die risico’s past» een vorm van versobering is?

Vraag 6

Welk veiligheidsniveau heeft een dergelijke omgeving? In hoeverre voldoet een dergelijke omgeving aan het karakter van een vrijheidsstraf? In hoeverre past een dergelijke omgeving binnen bestaande wet- en regelgeving en wanneer zou een dergelijke omgeving gerealiseerd kunnen zijn?

Vraag 7

Hoe kansrijk zijn de vijf andere alternatieven waartoe de Kamer heeft opgeroepen in de motie van het lid Ellian over binnen drie maanden een alternatief uitwerken om het grote capaciteitstekort in het gevangeniswezen tegen te gaan (Kamerstuk 24 587, nr. 949)?

Vraag 8

Naar welke landen en welke categorie gedetineerden kijkt u voor de plaatsing van Nederlandse gedetineerden?

Vraag 9

Wat zijn de mogelijke financiële consequenties van plaatsing in het buitenland voor de Dienst Justitiële Inrichtingen?

Vraag 10

Waar baseert u de stelling op dat plaatsing in het buitenland kansrijk zou zijn?

Vraag 11

Kunt u deze vragen afzonderlijk en voorafgaand aan de eerstvolgende voortgangsrapportage van september a.s. beantwoorden?

Naar boven