Vragen van het lid Van der Hoeff (PVV) aan de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur
en Wetenschap over het bericht «Hoe schoolbestuurders zakendoen met bekenden en zichzelf»
(ingezonden 10 juli 2024).
Vraag 1
Bent u bekend met het onderzoek van NOS en Nieuwsuur, gepubliceerd op 8 juli 2024,
waaruit blijkt dat bestuurders en toezichthouders van zeker dertig schoolbesturen
tegelijkertijd betaalde functies hebben bij private onderwijsadviesbureaus?1
Vraag 2
Hoe beoordeelt u het feit dat deze bestuurders en toezichthouders zowel publieke scholen
leiden als werken voor private onderwijsadviesbureaus, en dat dit volgens de huidige
wet- en regelgeving niet verboden is?
Vraag 3
Kunt u toelichten waarom het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW)
en de Inspectie van het Onderwijs niet kunnen ingrijpen bij deze schijn van belangenverstrengeling,
ondanks de duidelijke risico's voor de integriteit van het onderwijsbestuur?
Vraag 4
Hoe verklaart u dat specifieke afspraken om belangenverstrengeling te voorkomen vaak
niet op papier staan, en welke maatregelen gaat u nemen om dit in de toekomst te voorkomen?
Vraag 5
Wat is uw reactie op de constatering van de PO-Raad en VO-raad dat de huidige integriteitscode
«Goed Bestuur» niet voldoende is om belangenverstrengeling te voorkomen, en hoe gaat
u ervoor zorgen dat deze code daadwerkelijk effectief wordt aangepast en gehandhaafd?
Vraag 6
Hoe verklaart u dat opeenvolgende kabinetten een systeem van «zelfsturing» en «marktwerking»
in het onderwijs hebben gestimuleerd, wat heeft geleid tot schaalvergroting en het
ontstaan van managementlagen die zelf bepalen hoe onderwijsgeld wordt besteed, zonder
adequate controlemechanismen?
Vraag 7
Bent u het eens met de stelling dat de huidige situatie, waarin schoolbestuurders
veel autonomie hebben in het uitgeven van onderwijsgeld zonder dat de diensten van
onderwijsadviesbureaus bewezen effectief hoeven te zijn, leidt tot ongewenste prikkels
en misstanden? Zo ja, welke maatregelen gaat u nemen om dit te corrigeren?
Vraag 8
Hoe beoordeelt u de situatie waarin schoolbestuurders zakelijke relaties onderhouden
met onderwijsadviesbureaus die diensten leveren aan hun eigen scholen, en welke concrete
stappen gaat u nemen om dergelijke belangenverstrengeling te voorkomen?
Vraag 9
Hoe gaat u ervoor zorgen dat de Inspectie van het Onderwijs strenger gaat handhaven
op belangenverstrengeling, gezien het feit dat de inspectie momenteel alleen ingrijpt
bij aantoonbare negatieve effecten?
Vraag 10
Bent u van plan om de regels voor transparantie en verantwoording in het onderwijs
aan te scherpen, vergelijkbaar met de strengere regels in andere sectoren zoals de
zorg en woningcorporaties, waar transacties waarbij tegenstrijdige belangen spelen
gepubliceerd moeten worden in het jaarverslag?
Vraag 11
Welke concrete stappen gaat u nemen om ervoor te zorgen dat schoolbesturen hun integriteitscode
aanpassen en naleven, en dat afwijkingen van deze code daadwerkelijk worden opgenomen
in het jaarverslag en gecontroleerd door de Inspectie van het Onderwijs?
Vraag 12
Hoe gaat u ervoor zorgen dat er in de toekomst geen sprake meer is van bestuurders
die privé actief zijn bij onderwijsadviesbureaus in hetzelfde gebied, zoals nu door
de PO-Raad en VO-raad wordt voorgesteld?
Vraag 13
Bent u bereid om de Europese aanbestedingsregels aan te scherpen, zodat ook voor bedragen
onder de huidige grens van twee ton strengere regels gelden om belangenverstrengeling
te voorkomen?
Vraag 14
Hoe beoordeelt u de gevolgen van de vrijgegeven onderwijsbegeleiding, die heeft geleid
tot de opkomst van honderden concurrerende stichtingen en commerciële partijen, en
welke maatregelen gaat u nemen om de kwaliteit en integriteit van deze begeleiding
te waarborgen?
Vraag 15
Hoe gaat u ervoor zorgen dat de huidige misstanden worden aangepakt en dat er geen
nieuwe gevallen van belangenverstrengeling ontstaan, zodat het vertrouwen in het onderwijsbestuur
wordt hersteld?
Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Soepboer (Nieuw
Sociaal Contract), ingezonden 8 juli 2024 (vraagnummer 2024Z11905) en van het lid Krul (CDA), ingezonden 10 juli 2024 (vraagnummer 2024Z11923)