Vragen van het lid Bontenbal (CDA) aan de Minister voor Klimaat en Energie over de
kosten voor het transport van elektriciteit naar Duitsland (ingezonden 3 juni 2024).
Vraag 1
Klopt het dat er bij een capaciteit van meer dan 38 gigawatt (GW) aan windenergie
op zee moet worden gezocht naar tracés waarmee de windenergie ver landinwaarts kan
worden afgezet via een gelijkstroom-kabel, de zogenaamde «diepe aanlanding»?
Vraag 2
Vanaf welk jaar zal deze grens bereikt worden en is dus diepe aanlanding nodig?
Vraag 3
Klopt het dat de Delta Rhine Corridor momenteel een van de mogelijkheden is een dergelijke
diepe aanlanding te realiseren en dat in de plannen voor dit project momenteel de
aanleg van kabels voor 6 GW gelijkstroom wordt gepland?
Vraag 4
Wat zijn de geraamde kosten voor deze 6 GW aan stroomkabels per jaar, inclusief afschrijving,
redelijk rendement, energieverlies en onderhoud?
Vraag 5
Klopt het dat deze kosten thans (grotendeels) worden versleuteld in de stroomtarieven
van Nederlandse huishoudens, zakelijke en industriële klanten, dan wel voor rekening
zullen komen van de Nederlandse schatkist?
Vraag 6
Klopt het dat van de 6 GW aan stroomkabels die in het project zullen worden aangelegd
er 5 GW primair bestemd is voor het transport van elektriciteit naar Duitsland?
Vraag 7
Kunt u aangeven wat de extra totale jaarlijkse kosten zijn van de 6 GW diepe aanlanding
in vergelijking met 1 GW. Kunt u ook aangeven wat de bijbehorende 5 GW aan zeekabels
jaarlijks kost, mede gegeven dat windparken steeds verder uit de kust komen te liggen?
Vraag 8
Klopt het dat deze extra kosten, vanwege Europese regels met betrekking tot een nultarief
aan de grens, niet worden doorberekend aan afnemers van elektriciteit in Duitsland?
Vraag 9
Is het juist dat Europese regelgeving ruimte laat voor het maken van bilaterale afspraken
tussen lidstaten over de verdeling van de kosten van de aanleg en exploitatie van
stroomkabels zoals die uit het plan voor de Delta Rhine Corridor? Zo ja, bent u daarover
momenteel in gesprek met uw Duitse collega? Op welke termijn denkt u hierover definitieve
afspraken met Duitsland te kunnen maken?
Vraag 10
Klopt de stelling dat indien er geen afspraken met Duitsland worden gemaakt (het nul-alternatief)
over het meebetalen aan de kosten voor aanleg, beheer en onderhoud, Nederlandse huishoudens
en bedrijven de transportkosten zullen moeten gaan betalen voor de groene stroom die
in de toekmost vanaf het Nederlandse deel van de Noordzee wordt geleverd aan Duitsland?
Deelt u de mening dat dit «nul-alternatief» de Nederlandse onderhandelingspositie
jegens onze oosterburen verzwakt?
Vraag 11
Kan het besluitvormingstraject over de Delta Rhine Corridor in gevaar komen doordat
de onderhandelingen met Duitsland niet tijdig zijn afgerond? Bent u bereid dat risico
te voorkomen door alternatieve plannen te laten ontwikkelen waarbij (vooralsnog) wordt
afgezien van de stroomkabels en/of waarbij slechts een 1 GW stroomkabel wordt aangelegd,
zonder koppeling met Duitsland. Opdat er over het Duitse deel pas een beslissing hoeft
te worden genomen nadat er volledige overeenstemming is bereikt met Duitsland over
meebetalen?
Vraag 12
Welke alternatieven zijn er voor diepe aanlanding indien het niet mogelijk blijkt
om afspraken over een verdeling van de kosten te maken met buurlanden?
Vraag 13
Klopt het dat er volgens Europese regelgeving bij het transport van waterstof wel
grens en entrytarieven worden gerekend waardoor ontvangende landen meebetalen voor
de transportkosten? In hoeverre is daarmee de productie en transport van waterstof
naar het buitenland een voor Nederland een mogelijk aantrekkelijker alternatief voor
de diepe aanlanding van offshore windenergie voor exportdoeleinden? Heeft u dit onderzocht?
Vraag 14
Wordt er reeds nagedacht over de vraag hoe er moet worden omgegaan met een situatie
waarin er op termijn voor de realisatie van windenergie op zee toch weer subsidies
nodig blijken te zijn, of een systeem van contract for difference (CfD) moet worden
ingevoerd? Is het gevaar aanwezig dat in die situatie zowel de productie als het transport
van deze windenergie naar Duitsland en de Duitse industrie door Nederland moet wordt
betaald? Wordt dit eveneens besproken met Duitsland met als doel dat risico voor Nederland
af te wenden?
Vraag 15
Voert u, zoals aangekondigd in het Nationaal Plan Energie, inmiddels meer generiek
gesprekken met de buurlanden over een faire verdeling van lusten en lasten wat betreft
de netto levering en transport van duurzame elektriciteit vanaf de Nederlandse Noordzee
aan België en Duitsland? Zo niet, bent u dat wel van plan? Zo ja, kunt u de Kamer
informeren over de voortgang?