Vragen van de leden Dassen (Volt), Piri (GroenLinks-PvdA) en Van Baarle (DENK) aan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over het artikel «Kabinet zoekt na verbod naar andere wegen voor leveren F-35-onderdelen aan Israël» (ingezonden 8 april 2024).

Vraag 1

Bent u bekend met de inhoud van bovenstaand artikel1?

Vraag 2

Klopt het dat het ministerie sinds het vonnis in het hoger beroep heeft gezocht naar indirecte manieren om F35-onderdelen te leveren aan Israël?

Vraag 3

Kunt u deze interne correspondentie (departementaal en interdepartementaal) op grond van Artikel 68 van de Grondwet zo spoedig mogelijk aan de Kamer doen toekomen?

Vraag 4

Heeft Nederland sinds het vonnis F35-onderdelen geleverd aan andere landen? Zo ja, is er een toename geweest in leveringen naar andere landen?

Vraag 5

Zijn er afspraken met andere landen gemaakt over de levering van F35-onderdelen naar Israël via deze of andere landen?

Vraag 6

Klopt het dat u niet kunt uitsluiten dat via deze weg onderdelen indirect in Israël terecht zijn gekomen?

Vraag 7

Kunt u aangeven of (een deel van) deze onderdelen indirect daadwerkelijk in Israël terecht zijn gekomen?

Vraag 8

Sluit u uit dat er directe levering van F35-onderdelen aan Israël heeft plaatsgevonden in de zeven dagen na het vonnis?

Vraag 9

Kunt u aangeven of het indirect leveren van F35-onderdelen in strijd is met het internationaal recht? Graag een reflectie.

Vraag 10

Kunt u bovenstaande vragen los van elkaar en in ieder geval voor het dertigledendebat over de situatie in Gaza beantwoorden?

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Dobbe (SP), ingezonden 26 maart 2024 (vraagnummer 2024Z05025).


X Noot
1

NOS, 15 maart 2024, Kabinet zoekt na verbod naar andere wegen voor leveren F-35-onderdelen aan Israël (nos.nl)

Naar boven