Vragen van het lid Synhaeve (D66) aan de Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen over het rapport van de Nationale ombudsman getiteld «Hoe eerder, hoe beter. Vroegsignalering van schulden door gemeenten» (ingezonden 8 maart 2024).

Vraag 1

Bent u bekend met het door de Nationale ombudsman gepubliceerde rapport «Hoe eerder, hoe beter»?1

Vraag 2

Wat is uw reactie op het rapport en de constatering dat er in vroegsignalering van schulden nog veel winst te behalen valt?

Vraag 3

Kunt u reflecteren op de belangrijke balans tussen uniformiteit tussen gemeenten in de vroegsignaleringsaanpak enerzijds, en het mogelijk maken van maatwerk anderzijds?

Vraag 4

Bent u van mening dat, los van de geconstateerde verschillen tussen verschillende gemeentes, er aan een minimum moet worden voldaan? Bent u bereid om minimumvereisten vast te stellen voor de aanpak van vroegsignalering?

Vraag 5

Wat is uw reactie op de constatering dat slechts 1 op de 4 mensen bereikt wordt door gemeenten?

Vraag 6

In hoeverre ziet u kansen om kennisdeling over vroegsignalering bij gemeenten te bevorderen? Bent u bereid om het monitoren en evalueren van vroegsignalering te stimuleren? Zo ja, welke stappen onderneemt u hieromtrent?

Vraag 7

Bent u bereid om een centraal (online) informatiepunt te organiseren waar gemeenten kennis over effectieve vroegsignalering kunnen vinden en raadplegen?

Vraag 8

Op welke manier kunnen vastelastenpartners zich meer bewust worden van hun belangrijke rol bij vroegsignalering? Bent u bereid dit te bevorderen en stimuleren?


X Noot
1

Nationale ombudsman, 28 februari 2024, «Hoe eerder, hoe beter», (www.nationaleombudsman.nl/system/files/bijlage/Hoe%20eerder%20hoe%20beter_0.pdf).

Naar boven