Vragen van het lid Pijpelink (GroenLinks-PvdA) aan de Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs over de groeiende bijlesindustrie die de kloof tussen rijke en arme kinderen vergroot (ingezonden 7 maart 2024).

Vraag 1

Hoe beoordeelt u het beeld van het Centraal Bureau voor de Statistiek dat scholieren het bedrag dat huishoudens in 2017 besteedden aan buitenschoolse bijles van € 320 miljoen in 2022 is opgelopen tot € 472 miljoen en het beeld van de Kamer van Koophandel dat er jaarlijks honderden bijlesbureaus bijkomen?1

Vraag 2

Deelt u de mening van het Jeugdeducatiefonds dat de overheid nu volop ongelijk moet investeren voor gelijke kansen?

Vraag 3

Welke invloed verwacht u van uw oproep aan scholen om allen bijles op school aan te bieden op deze ontwikkelingen?

Vraag 4

Deelt u de mening dat scholen ruimte moeten krijgen om met eigen (vak)docenten of in samenwerking met maatschappelijke organisaties bijles te organiseren, maar publiek gefinancierde scholen niet langer mogen samenwerken met commerciële bijlesorganisaties? Zo ja, welke consequenties verbindt u hieraan voor uw beleid? Zo neen, waarom niet?

Vraag 5

Deelt u de mening van het Nederlands Jeugdinstituut dat het ten koste gaat van het vak van leraar naarmate het interessanter wordt om bijles te geven?

Vraag 6

Wat is uw reactie op de constatering van CNV Onderwijs dat de richtlijnen die u met de sector heeft opgesteld dat scholen geen reclame meer mogen maken voor commerciële bijlesbureaus en dat ze aanvullend onderwijs zoveel mogelijk moeten regelen met partijen zonder winstoogmerk, goedbedoeld zijn, maar neerkomen op pure symptoombestrijding?


X Noot
1

Algemeen Dagblad, 6 maart 2024, «Grote zorgen om rijkere ouders die kinderen massaal bijles laten geven: dit is funest voor de kansengelijkheid».

Naar boven