Vragen van het lid Bushoff (GroenLinks-PvdA) aan de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat over oliewinning onder Rotterdam (ingezonden 28 februari 2024).

Vraag 1

Wat is de stand van zaken rondom de oliewinning onder Rotterdam?

Vraag 2

Bent u bereid in contact te treden met Bewonersgroep Oud-Charlois en actiegroep Stop Oliewinning Rotterdam die zich keren tegen de oliewinning en tijdens het wachten op de uitspraak van de Raad van State over de oliewinning beter geïnformeerd willen worden over de activiteiten in de grond onder hun huizen en de consequenties daarvan nu en in de toekomst?

Vraag 3

Wat bent u bereid te doen om de informatiepositie over de oliewinning, de mogelijke verkoop van het veld en mogelijke andere activiteiten in de bodem van de bewoners (in totaal 70.000 woningen) boven het olieveld te verbeteren?

Vraag 4

Bent u bekend met het beroepschrift van de gemeente Rotterdam van 20 juli 2022 richting de Raad van State? Kunt u uitgebreid ingaan op de bezwaren van de gemeente Rotterdam in dit beroepschrift?

Vraag 5

Deelt u de zorgen van de gemeente Rotterdam over de mogelijke cumulatie van effecten en de risico’s die oliewinning met zich meebrengt voor geothermieprojecten, waardoor de klimaattransitie ook wordt gehinderd?

Vraag 6

Bent u bekend met het feit dat Rotterdam gevoelig is voor bodemdaling en de negatieve effecten groot kunnen zijn?

Vraag 7

Bent u bekend met het feit dat de oliewinning juist plaats zou vinden onder een sociaaleconomisch kwetsbaar gebied? Wordt dit meegenomen in het vegrunningstraject?

Vraag 8

Kunt u nader ingaan op de inschatting van de gemeente Rotterdam dat 25 procent van de bodemdaling te wijten is aan oliewinning? Kunt u daarbij de actuele en lokale meetgegevens in ogenschouw nemen?

Vraag 9

Hoe wordt er zorggedragen dat er voldoende middelen beschikbaar zijn voor eventuele toekomstige gevolgschade door boringen?

Vraag 10

Is er periodieke monitoring georganiseerd op bodemindaling die los staat van de reguliere bodemindaling waar het westen van het land in zijn algemeenheid last van heeft en zodat er duidelijke knip gemaakt kan worden tussen verzakkingsschade door natuurlijke verzakking en door boringen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 11

Kunt u met een voorstel komen om een rechtvaardig deel van de mijnbouwopbrengsten ten gunste te laten komen van de sociale en economische positie van het gebied en de bewoners?

Naar boven