Vragen van het lid Welzijn (Nieuw Sociaal Contract) aan de Minister van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties over het artikel «Corporaties blijven ver achter met
de bouw van betaalbare huizen, als gevolg van sloop en verkoop» (ingezonden 26 februari
2024).
Vraag 1
Bent u bekend met het bovenstaande artikel?1
Vraag 2
Wat vindt u van de uitspraak van de Autoriteit Woningcorporaties dat de woningbouwopgave
voor de sector onhaalbaar is?
Vraag 3
Wat moet er volgens u concreet gebeuren om de woningbouwopgave voor corporaties haalbaar
te maken?
Vraag 4
Hoe en op welke termijn kunnen de investeringsmogelijkheden volgens u verruimd worden
voor de corporatiesector?
Vraag 5
In welke mate is bij de genoemde aantallen gesloopte woningen in 2022 sprake van sloop
zonder vervangende nieuwbouw?
Vraag 6
In welke mate is bij de genoemde aantallen gesloopte woningen in 2022 sprake van sloop
met vervangende nieuwbouw waarbij een gelijk aantal woningen in een ander jaar wordt
teruggebouwd?
Vraag 7
In welke mate is bij de genoemde aantallen gesloopte woningen in 2022 sprake van sloop
met vervangende nieuwbouw waarbij een groter aantal woningen in een ander jaar wordt
teruggebouwd?
Vraag 8
Indien sloop met vervangende nieuwbouw een significant onderdeel is van de sloop,
vindt u het dan niet verstandiger om te rapporten op een tweejaarstermijn?
Vraag 9
Wat vindt u van de oproep van de voorzitter van Aedes om meer overheidsgeld in te
zetten voor de aankoop van bouwlocaties?
Vraag 10
Hoeveel bouwgrond heeft de Rijksoverheid beschikbaar?
Vraag 11
Hoeveel bouwgrond hebben de gemeenten gezamenlijk beschikbaar?
Vraag 12
Welk deel van de bouwgronden van de Rijksoverheid zijn of worden beschikbaar gesteld
voor sociale woningbouw?
Vraag 13
Welk deel van de bouwgronden van de Rijksoverheid zijn of worden beschikbaar gesteld
voor de bouw van middenhuur woningen?
Vraag 14
Welke grondprijzen rekent de Rijksoverheid voor haar bouwgronden als het sociale huurwoningen
betreft?
Vraag 15
Welke grondprijzen rekent de Rijksoverheid voor haar bouwgronden als het middenhuurwoningen
betreft?
Vraag 16
Indien er verschillende grondprijzen per genoemd segment (sociaal/middenhuur) op verschillende
locaties worden gerekend, vindt u dan dat er sprake zou moeten zijn van één vaste
grondprijs per segment? Waarom wel of niet?
Vraag 17
Welk deel van de bouwgronden van de gezamenlijke gemeenten zijn of worden beschikbaar
gesteld voor sociale woningbouw?
Vraag 18
Welk deel van de bouwgronden van de gezamenlijke gemeenten zijn of worden beschikbaar
gesteld voor de bouw van middenhuur woningen?
Vraag 19
Welke grondprijzen rekenen gemeenten voor hun bouwgronden als het sociale huurwoningen
betreft?
Vraag 20
Welke grondprijzen rekenen gemeenten voor hun bouwgronden als het middenhuurwoningen
betreft?
Vraag 21
Indien verschillende gemeenten, verschillende grondprijzen rekenen per segment (sociaal/middenhuur),
vindt u dan dat er sprake zou moeten zijn van één vaste grondprijs per segment? Waarom
wel of niet?
Vraag 22
Uitgaande van tweederde betaalbare woningbouw bij nieuwbouwprojecten, hoeveel betaalbare
huur- en koopwoningen kunnen tot 2030 totaal gebouwd worden op de bouwgronden van
de Rijksoverheid?
Vraag 23
Uitgaande van tweederde betaalbare woningbouw, hoeveel betaalbare huur- en koopwoningen
kunnen tot 2030 totaal gebouwd worden op de bouwgrond van de gezamenlijke gemeenten?
Vraag 24
Wilt u de vragen afzonderlijk beantwoorden binnen een termijn van drie weken?
X Noot
1De Volkskrant, 15 februari 2023, «Corporaties blijven ver achter met de bouw van betaalbare
huizen, als gevolg van sloop en verkoop»