Vragen van het lid Hertzberger (Nieuw Sociaal Contract) aan de Minister voor Natuur en Stikstof over de brief van de landsadvocaat RR/RR/11020410 en de brief van de Minister (Kamerstuk 35 334, nr. 287) over het toepassen van een rekenkundige ondergrens in Aerius Calculator (ingezonden 23 januari 2024).

Vraag 1

Klopt het dat de 25 kilometer afstandsgrens met name ten goede komt aan infrastructurele en industriële projecten die vooral stikstofoxiden uitstoten en niet of nauwelijks aan de veehouderij?

Vraag 2

Hoe lang heeft het geduurd om tot de 25 kilometer afstandsgrens te komen? Kunt u een tijdlijn geven vanaf wanneer er een afstandsgrens nodig was, de tijd die er nodig was om deze wetenschappelijk en beleidsmatig in te vullen en de uitspraak in de ViA15, waarin die juridisch stand bleek te houden?1

Vraag 3

Waarom heeft u ervoor gekozen om wel een afstandsgrens te laten onderbouwen op basis van technisch modelmatige beperkingen en geen ondergrens, terwijl die volgens de rapporten van de commissie Hordijk en TNO dezelfde beperking heeft?23

Vraag 4

Klopt het dat het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) in haar rapport over toepassingsbereik Aerius Calculator schreef dat «er geen wetenschappelijke argumenten die tot een maximale afstandsgrens leiden en het een beleidsmatige keuze is na welke afstand de overheid wil stoppen met rekenen»? Waarom is het niet mogelijk om een beleidsmatige keuze te maken voor een ondergrens binnen de reikwijdte die in de rapporten van TNO al is aangegeven?4

Vraag 5

Hoeveel extra stikstofdepositie wordt er extra uitgestort vanwege de 25 kilometer afstandsgrens en hoeveel stikstofdepositie zou er jaarlijks extra worden veroorzaakt door projecten vanwege een ondergrens van één mol/hectare per jaar? Welk deel is dit voor beide begrenzingen van de totale stikstofuitstoot in Nederland?

Vraag 6

Stond er destijds een pakket aan generieke maatregelen tegenover de afkapgrens en hoeveel stikstofdepositie werd hiermee gereduceerd?

Vraag 7

Waarom bent u ervan overtuigd dat de Raad van State (RvS) de afstandsgrens alleen kon accepteren op voorwaarde van een compensatiepakket? Op welke informatie is dit gebaseerd? Waar stelt de Afdeling bestuursrecht van de RvS in de uitspraak over ViA15 dat de introductie van de afstandsgrens afhankelijk is van een pakket van maatregelen?

Vraag 8

Stel dat er wel een pakket van maatregelen ten gevolge van de toepassing van een ondergrens van 1 mol/hectare per jaar moet komen, hoeveel stikstofreductie zou dit pakket dan moeten realiseren?

Vraag 9

Kunt u schetsen waar zo’n pakket uit zou kunnen bestaan met bijbehorende financiële benadering? Kunnen de klimaatmaatregelen, of de DeNOX installatie van Tata Steel, hiervoor worden ingezet als zowel generiek CO2 reducerend als stikstofreducerend?

Vraag 10

Kunt u opnames, notulen, presentaties, notities en/of andere verslaglegging van de rondetafelgesprekken die het Interprovinciaal Overleg (IPO) met het RIVM en/of TNO heeft uitgevoerd in december 2023 naar de Kamer sturen?

Vraag 11

Kan de Kamer voor de begrotingsbehandeling LNV 2024 nog worden geïnformeerd over de verkenning met organisaties als MOB en Agractie naar een alternatief voor de kritische depositiewaarde (KDW) in de wet als omgevingswaarde?

Vraag 12

Kunt u deze vragen voor de behandeling van de begrotingsbehandeling LNV 2024 beantwoorden?


X Noot
1

Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State, 5 april 2023, ECLI:NL:RVS:2023:1299

X Noot
2

Rijksoverheid, 15 juni 2020, «Meer meten, robuuster rekenen – Eindrapport van het Adviescollege Meten en Berekenen Stikstof» (Meer meten, robuuster rekenen | Rapport | Rijksoverheid.nl)

X Noot
3

Rijksoverheid, 26 april 2022, «Afbakening in de modellering van de depositiebijdragen van individuele projectbijdragen (Fase 2)» (Afbakening in de modellering van de depositiebijdragen van individuele projectbijdragen (Fase 2) | Rapport | Rijksoverheid.nl)

X Noot
4

Rijksoverheid, 9 juli 2021, «Verkenning afstandsgrens projectspecifieke depositieberekeningen» (Verkenning afstandsgrens projectspecifieke depositieberekeningen | Rapport | Rijksoverheid.nl)

Naar boven