Vragen van leden Boswijk (CDA), Tuinman (BBB) en Erkens (VVD) aan de Staatssecretaris van Defensie over het artikel «NATO’s Vilnius summit: the consequences for the Allies» (ingezonden 10 januari 2024).

Vraag 1

Deelt u de zorgen van de heer Zandee dat het NATO New Force Model qua personele vulling vooral voor kleine NAVO lidstaten, waaronder Nederland, uitdagend gaat worden, zoals geuit in het artikel «NATO’s Vilnius summit: the consequences for the Allies»?1

Vraag 2

Wat is de totale nationale behoefte aan personeel voor het invullen van de Nederlandse bijdragen aan regionale plannen zoals de NAVO heeft besloten in Vilnius vorig jaar?

Vraag 3

Wat is de personele behoefte voor de territoriale verdediging en de bescherming van het Nederlandse grondgebied?

Vraag 4

Zijn de personele tekorten van dien aard dat de grondwettelijke taken niet kunnen worden nagekomen?

Vraag 5

Gezien het feit dat Het Multi Domain Optreden (MDO) het nieuwe operationeel concept van de NAVO vormt: in hoeverre stelt het MDO andere eisen aan personeel, materieel en commandovoering dan het New Force Model dat niet alleen gaat over meer mensen en middelen, maar ook over een andere manier van eenheden inzetten?

Vraag 6

Draagt Nederland actief bij aan het observeren, identificeren, analyseren en definiëren van lessen die Nederland en de NAVO mee moeten nemen in de ontwikkeling van de Nederlandse / NAVO krijgsmacht op de korte en lange termijn? Zo ja, welke elementen in uw organisaties doen dat (wetenschappelijk, strategisch, operationeel en tactisch)?

Vraag 7

Kunt u deze vragen beantwoorden voor het WGO Personeel/Materieel van maandag 29 januari 2024?

Naar boven