Vragen van de leden Inge van Dijk en Vedder (beiden CDA) aan de Staatssecretaris van
Financiën en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht
«Rendement particuliere verhuurders onder druk» (ingezonden 27 december 2023).
Vraag 1
Wat vindt u van de conclusie van het onderzoek dat voor nieuwe verhuurders het netto
rendement daalt van 8,1% naar 2,4% als gevolg van de stijgende rente, de Wet betaalbare
huur en recente fiscale maatregelen?1
Vraag 2
Wat vindt u van de conclusie van het onderzoek dat terwijl in het nul-scenario nog
93% van de verhuurders boven de rendementseis uitkwamen, nu in de nieuwe situatie
slechts 9% van de woningen van nieuwe verhuurders aan de rendementseis voldoet en
26% van de woningen van zittende verhuurders?
Vraag 3
Wat vindt u ervan dat de effecten het grootst zijn voor de sociale en middenhuur?
Vraag 4
Wat betekent het sterk verlaagde rendement als gevolg van de maatregelen volgens u
voor de aantrekkelijkheid van investeringen in vastgoed door beleggers met het oog
op verhuur, voor elk van de sectoren (sociale huur, middenhuur en particuliere geliberaliseerde
huur)?
Vraag 5
Wat voor gevolgen heeft het sterk verlaagde rendement volgens u voor het aanbod van
sociale huur, middenhuur, en particuliere geliberaliseerde huur, dat wil zeggen, in
hoeverre zijn mensen nog in staat een passende huurwoning te vinden als beleggers
stoppen woningen te verhuren omdat dit niets meer oplevert?
Vraag 6
Als uit Figuur 2 is af te leiden dat, zelfs als de gestegen rentes (waar we geen invloed
op hebben) buiten beschouwing worden gelaten, nieuwe verhuurders door de stapeling
van maatregelen alsnog niet aan de rendementseis kunnen voldoen, waarom zijn deze
maatregelen dan in deze combinatie genomen, en zijn deze effecten niet eerder voorzien?
Vraag 7
Vindt u deze nieuw ontstane situatie wenselijk met het oog op de huidige woningcrisis?
Vraag 8
Wat is volgens u nodig om het aanbod niet in te laten zakken met het oog op de generieke
rendementseis; moeten verhuurders daarop uit kunnen komen of daar enigszins boven
zitten?
Vraag 9
Wat zijn maatregelen die volgens u kunnen worden overwogen om verhuurders weer op
of boven de rendementseis uit te laten komen?
Vraag 10
In hoeverre zou het effect hebben op het nettorendement voor nieuwe en bestaande verhuurders
na de gestegen rente en maatregelen, als het rendement op vastgoed in box 3 weer wordt
teruggebracht op de oude situatie van 30% heffing over 4% rendement?
Vraag 11
In hoeverre zou het effect hebben op het nettorendement voor nieuwe en bestaande verhuurders
na de gestegen rente en maatregelen, als je de overdrachtsbelasting voor niet-eigen
woningen terugbrengt naar een lager percentage, bijvoorbeeld 4%, 6% of 8%?
Vraag 12
In hoeverre zou het verhuurders helpen hun vastgoed van box 3 naar box 2 over te hevelen,
als je daarover bijvoorbeeld eenmalig geen overdrachtsbelasting zou heffen?
Vraag 13
In hoeverre zijn er mogelijkheden om de modernisering van het woningwaarderingsstelsel
dusdanig vorm te geven dat het meer rendabel wordt om te verhuren?
Vraag 14
Hoe kan het volgens u dat op grond van het onderzoek 94% van de huurwoningen onder
het gereguleerde segment (WWS), toch tegen een hogere huurprijs lijken te worden verhuurd
dan wettelijk is toegestaan?
Vraag 15
Wat wilt u doen aan deze te hoge huurprijzen?
Vraag 16
Hoe wilt u voorkomen dat huurders deze huurprijzen ook daadwerkelijk gaan betalen?