Vragen van het lid Van der Lee (GroenLinks-PvdA) aan de Ministers van Financiën en van Economische Zaken en Klimaat over de gebrekkige concurrentie onder banken en achterblijvende stijging van spaarrente (ingezonden 8 december 2023).

Vraag 1

Wat is uw reactie op het feit dat de stijging van de spaarrente nog altijd achterblijft bij de stijging van rente op hypotheken, andere kredieten en bancaire tegoeden bij de Europese Centrale Bank (ECB)? Deelt u de mening dat het maatschappelijk niet uit te leggen is dat banken aanzienlijke marges maken terwijl ze spaargeld risicovrij stallen bij de ECB?

Vraag 2

Deelt u de mening dat een verkrapping van monetair beleid, zoals afgelopen jaar is ingezet, aan effectiviteit verliest nu deze beperkt doorwerkt in de stijging van spaarrentes (hetgeen mensen zou moeten aanmoedigen te sparen, om zo de stijging van prijzen af te koelen)?

Vraag 3

Wat hebben de gesprekken die uw ministerie tot nu toe met banken heeft gevoerd over de noodzaak spaarrentes te verhogen precies opgeleverd?

Vraag 4

Deelt u de mening dat, omdat de inleenmarge niet daalt, het onvoldoende is om de verhoging van spaarrentes «bij banken onder de aandacht te brengen»? Welke verdere instrumenten heeft u om de druk bij banken op te voeren?

Vraag 5

Heeft u zelf in het afgelopen halfjaar op enig moment met banken gesproken over de noodzaak spaarrentes te verhogen? Zo nee, bent u bereid dat, om een signaal af te geven, alsnog te doen?

Vraag 6

Wat zijn uw overwegingen om niet, zoals in België, burgers een (minimaal) eenjarige staatsobligatie aan te bieden, om hen op die wijze een mogelijkheid te geven een beter rendement op spaargeld te halen? Op welke wijze heeft u deze mogelijkheid grondig onderzocht alvorens deze uit te sluiten?

Vraag 7

Welke verdere instrumenten heeft u als Minister om banken ertoe te bewegen hun spaarrentes sneller te verhogen? Bent u bereid deze mogelijkheden (inclusief voors- en tegens) structureel in kaart te brengen en aan de Kamer te doen toekomen?

Vraag 8

Welke beleidsmatige of handhavingsinstrumenten hebben de Autroriteit Consument & Markt (ACM) dan wel de ministeries van Financiën respectievelijk Economische Zaken en Klimaat om de concentratie van grootbanken op de spaarmarkt terug te dringen en de concurrentie te verbeteren? Bent u bereid ook hier de mogelijkheden structureel in kaart te brengen?

Vraag 9

Wat vindt u ervan dat de ECB dit jaar naar verwachting 146 miljard euro aan renteverliezen lijdt door het verhogen van de rente op bij de ECB aangehouden commerciële banktegoeden? Deelt u de mening dat hier sprake is van een windfall profitvoor commerciële banken, omdat zij hiervoor de facto geen tegenprestatie hoeven te leveren?

Vraag 10

Deelt u de mening dat deze verliespost voor de ECB, die bij onvoldoende verliesabsorptiecapaciteit op het bordje van de belastingbetaler terechtkomt, het maatschappelijk draagvlak voor de fors gestegen inleenmarge verder erodeert?

Vraag 11

Welke ruimte ziet u, de onafhankelijkheid van de ECB respecterend, om samen met Europese collega’s hierin gemeenschappelijk op te trekken, omdat dit uiteindelijk ook de belastingbetaler raakt? Is dit een thema dat de Raad op zijn netvlies heeft?

Naar boven