Vragen van het lid Van Haga (Groep Van Haga) aan de Minister voor Natuur en Stikstof over het rapport «Nitrogen deposition around dairy farms: spatial and temporal patterns» (ingezonden 5 december 2023).

Vraag 1

Bent u bekend met het rapport «Nitrogen deposition around dairy farms: spatial and temporal patterns», waaruit bleek dat ongeveer 90 procent van de uitgestoten stikstof in hogere luchtlagen van de atmosfeer terecht komt en elders neerslaat?1

Vraag 2

Zo ja, kunt u dan toelichten, in het kader van de wetenschappelijke conclusies in dat rapport, hoe u, met het aanwijzen van Derogatievrije Zones rondom Natura 2000-gebieden, invulling geeft aan het doel van een bufferzone rondom Natura 2000-gebieden, het beschermen tegen een teveel aan stikstofdepositie?

Vraag 3

Kunt u uitleggen dat als zowel de bron als de hoeveelheid van de depositie onbekend is en derhalve ook de effectiviteit van deze opgelegde beperking aan individuele boeren, hoe u de instelling van deze derogatievrije zones rechtvaardigt?

Vraag 4

Bent u bekend met de resultaten van het rapport «Significant contributions of combustion-related sources to ammonia emissions» gepuliceerd op 22 december 2022 op Nature Communications, waar melding wordt gemaakt van een ontwikkelde isotopenmethode waardoor de bron van stikstofdepositie kan worden vastgesteld?2

Vraag 5

Bent u bereid deze isotopenmethode toe te laten passen zodat onomstotelijk de bron van de stikstofdepositie, humaan, dierlijk, of afkomstig van verbrandingsprocessen, wordt vastgesteld? Zo ja, bent u dan bereid de instelling van derogatievrije zones uit te stellen tot onomstotelijk vaststaat dat de (bemesting door de) grondeigenaar de oorzaak is van het niet halen van de kritische depositiewaarden (KDW’s)? Zo nee, waarom niet?

Vraag 6

Deelt u de mening dat er aan de grondeigenaren een disproportionele last wordt opgelegd nu niet is vast te stellen wie de bron is van de stikstofdepositie in de door u ingestelde mestvrije zones?

Vraag 7

Waarom baseert u opnieuw zijn maatregelen op het model-AERIUS, nu onomstotelijk vast is komen te staan dat AERIUS niet voldoet voor de vaststelling van stikstofdepositie van individuele bronnen?

Vraag 8

Gaat u de gedupeerde grondeigenaren/pachters compenseren voor de schade die ontstaat door zijn mestbeperkingen die een wetenschappelijke grond missen?

Vraag 9

Waarom verwerkt u de nieuwste (ge-peerreviewde) wetenschappelijke methodes/rapporten en uitkomsten niet in uw beleid?

Vraag 10

Waarom voert u deze bemestingsbeperkingen in «bufferzones» in, terwijl u daarmee overduidelijk de wetenschap negeert? Hoe rechtvaardigt u deze onwetenschappelijk en niet-onderbouwde keuzes?

Vraag 11

Hoe kan het dat de nutriënten verontreinigde (NV)-gebieden in de noordelijke kleischil zijn aangewezen, terwijl de natuurlijke achtergrondwaarden in de bodem al hoger zijn dan de normwaarden?

Vraag 12

Waarom zijn NV-gebieden aangewezen op basis van 13 jaar oude data?

Vraag 13

Kunt u aangeven hoeveel er in de afgelopen 13 jaar is bemest op Vlieland?

Vraag 14

Kunt u ook aangeven hoe het kan dat er, terwijl er niet op Vlieland wordt bemest, daar toch sprake van een NV-gebied kan zijn?

Vraag 15

Klopt het dat Nederland mag afwijken van een Europese Unie (EU)-richtlijn, indien de sociaal economische impact op het gebied en haar inwoners buitenproportioneel is?

Vraag 16

Kunt u deze vragen elk afzonderlijk beantwoorden?


X Noot
1

Rapport onderhands meegezonden

X Noot
2

Nature Communications, 13 december 2022, «Significant contributions of combustion-related sources to ammonia emissions» (https://www.nature.com/articles/s41467-022-35381-4)

Naar boven