Vragen van het lid Van Haga (Groep Van Haga) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de herkomst van het Blauwtongvirus in Nederland (ingezonden 22 november 2023).

Vraag 1

Bent u bekend met de recente perspublicatie «Adema: schade blauwtong te klein voor compensatie»?1

Vraag 2

Deelt u de mening dat uw uitingen in de perspublicatie onhoudbaar en meedogenloos zijn in het licht van de ongeveer 30.000 schapenlevens die blijkens het BVNL-onderzoeksrapport reeds verloren zijn gegaan door de uitbraak van blauwtongvirus serotype-3 in Nederland? Zo ja, waarom wel of zo nee, waarom niet?

Vraag 3

Herinnert u zich uw antwoorden op de schriftelijke vragen van het lid Van Haga over de verdenking dat de treinen met Romeins huisafval mogelijk de bron zijn van het blauwtongvirus serotype 3?2

Vraag 4

Heeft u kennisgenomen van het bij de onderhavige Kamervragen gevoegd onderzoeksrapport met als titel «Blauwtong uitbraak in Nederland 2023»? Is er aanleiding voor onafhankelijk onderzoek? Of voor een eerste oriëntatie?

Vraag 5

Vindt u ook dat het ter gelegenheid van de eerdere schriftelijke vragen genoemd onderzoeksrapport van de Wageningen University & Rearch (WUR) «Emergence of bluetongue virus serotype 3 in the Netherlands in September 2023», waaraan uw antwoorden op de eerdere Kamervragen in overwegende mate lijken te zijn ontleend, op heden niet is peer reviewed, zodat het gelet op de aard en ernst van de betrokken materie onverantwoord is om daaraan stellige conclusies te ontlenen? Zo ja, waarom wel of zo nee, waarom niet?

Vraag 6

Vindt u ook dat, gelet op het overwogene in het BVNL-onderzoeksrapport, aan de hand van de in het WUR-onderzoeksrapport aangehaalde genetische informatie niet de stellige conclusie gerechtvaardigd is dat de afvalbalen uit Italië niet de bron kunnen zijn van de uitbraak van blauwtongvirus serotype-3 in Nederland, omdat een vergelijking is gemaakt met oude genomen waarvan de geografische oorsprong lastig is vast te stellen, terwijl een recent genoom afkomstig uit Rome (Italië) ten onrechte niet in het WUR-onderzoeksrapport is meegenomen en zo ja, waarom wel of, zo nee, waarom niet?

Vraag 7

Bent u ermee bekend dat de verplaatsing van (sperma en embryo’s van) herkauwers strikt is gereguleerd en voorzien van maatregelen ter voorkoming van de verspreiding van blauwtongvirus serotype-3, zodat nagenoeg is uitgesloten dat blauwtongvirus serotype-3 in Nederland is geïntroduceerd door de ontvangst of verwerking van (sperma of embryo’s van) herkauwers uit Italië?3

Vraag 8

Vindt u ook dat het handelsverkeer tussen Nederland en Italië enerzijds en andere Europese landen en Italië anderzijds (op grote schaal) slechts in zoverre verschillend is dat in Nederland afval wordt ontvangen en verwerkt dat afkomstig is uit Italië, terwijl (i) de afvalbalen uit Italië voor een groot deel bestaan uit organisch materiaal (nat en groen), (ii) knutten die reeds zijn besmet met blauwtongvirus serotype-3 dat virus kunnen overdragen op hun eitjes, (iii) een knut zich in ongeveer één maand tijd ontwikkelt van eitje tot larve en volwassene, (iv) de eitjes onder meer worden gelegd in aarde, mest en organisch materiaal, zodat (v) de conclusie is gerechtvaardigd dat de eitjes en larven van besmette knutten, met de afvalbalen uit Italië in Nederland zijn gekomen, waarna (vi) de eitjes en larven zich zullen hebben ontpopt tot knutten die blauwtongvirus serotype-3 (verder) hebben verspreid door zelfstandig te vliegen naar andere locaties of zich met de wind te laten meedragen en zo ja, waarom of, zo nee, waarom niet?4 5 6 7

Vraag 9

Vindt u ook dat het overwogene in het BVNL-onderzoeksrapport, verrijkt door hetgeen u zojuist is voorgehouden in de zevende en achtste vragen, ten minste met zich meebrengt dat allesbehalve kan worden uitgesloten de afvalbalen uit Italië de bron kunnen zijn van de uitbraak van blauwtongvirus serotype-3 in Nederland en zo ja, waarom wel of, zo nee, waarom niet?

Vraag 10

Vindt u ook dat het overwogene in het BVNL-onderzoeksrapport, verrijkt door hetgeen u zojuist is voorgehouden in de zevende en achtste vragen, bovendien met zich meebrengt dat aanvullend (wetenschappelijk) onderzoek behoort te worden verricht naar de bron van de uitbraak van blauwtongvirus serotype-3 in Nederland en zo ja, waarom wel of zo nee, waarom niet?

Vraag 11

Vindt u ook dat het BVNL-onderzoeksrapport, verrijkt door hetgeen u is zojuist voorgehouden in de zevende en achtste vragen, ten slotte met zich meebrengt dat (i) door de ontvangst van de afvalbalen uit Italië sprake is van een situatie die voor anderen gevaarlijk is, zodat (ii) de publiekrechtelijke rechtsperso(o)n(en) Staat der Nederlanden, Provincie Noord-Holland of gemeente Amsterdam is/zijn gehouden om relatief eenvoudige en economisch behapbare veiligheidsmaatregelen te treffen door bijvoorbeeld monsters te (doen) nemen van de afvalbalen uit Italië, bij gebreke waarvan (iii) de genoemde publiekrechtelijke rechtsperso(o)n(en) mogelijk onrechtmatig handelt/handelen jegens de betrokken risicogroep(en)? Zo ja, waarom wel of zo nee, waarom niet?8

Vraag 12

Vindt u ook dat de dichtheid van knuttenpopulaties in natte teeltgebieden zonder doorstromend water (10.000/m2), in vergelijking tot de dichtheid van knuttenpopulaties in regulier slootwater (100/m2), in het licht van het daarmee onlosmakelijk verknoopt gevaar van ziekteverspreiding ten minste met zich meebrengt dat nationale en internationale afspraken om meer natte natuur- en teeltgebieden te creëren moeten worden heroverwogen en zo ja, waarom wel of zo nee, waarom niet?

Vraag 13

Vindt u ook dat uw antwoorden op de eerdere Kamervragen, in het bijzonder de achtste, negende en tiende vragen, gelet op het overwogene in het BVNL-onderzoeksrapport, verrijkt door hetgeen u zojuist is voorgehouden, ontoereikend zijn en heroverweging behoeven? Zo ja, waarom wel of zo nee, waarom niet?

Vraag 14

Kunt u uitleggen waarom in de opdracht voor het fylogenetisch onderzoek aan de WUR niet is opgenomen dat men monsters uit Italië en Rome niet heeft onderzocht?


X Noot
1

RTL Nieuws, 20 november 2023, «Adema: schade blauwtong te klein voor compensatie» (Adema: schade blauwtong te klein voor compensatie | RTL Nieuws).

X Noot
2

Aanhangsel van de Handelingen II, vergaderjaar 2023 – 2024, nr. 409.

X Noot
3

K. Mintiens e.a., «Possible routes of introduction of bluetongue virus serotype 8 into the epicentre of the 2006 epidemic in north-western Europe», Prev Vet Med 2008/87, blz. 131 e.v. en CE Delft 2022, blz. 6 e.v.

X Noot
4

J. van de Pol & M. Bijleveld, "Italiaans restafval verbranden in Nederland. Milieukundige analyse», CE Delft 2022, blz. 6 e.v.

X Noot
5

P.F.M. Verdonschot, «Bloedzuigende insecten. Deel 2. Knutten», Dierplagen Informatie 2012/4, blz. 17 e.v.

X Noot
6

S. Carpenter, P.S. Mellor & S.J. Torr, «Control techniques for Culicoides biting midges and their application in the U.K. and northwestern Palaearctic», Med Vet Entomol 2008/3, blz. 175 e.v.; en M. González e.a., «A survey of Culicoides developmental sites on a farm in northern Spain, with a brief review of immature habitats of European species», Vet Parasitol 2013/191, blz. 81 e.v.

X Noot
7

A. Mignotte e.a., «High dispersal capacity of Culicoides obsoletus (Diptera: Ceratopogonidae), vector of bluetongue and Schmallenberg viruses, revealed by landscape genetic analyses», Parasites & Vectors 2021/14, blz. 93.

X Noot
8

HR 5 november 1965, ECLI:NL:HR:1965:AB7079, NJ 1966/136, m.nt. G.J. Scholten (Kelderluik).

Naar boven