Vragen van het lid Van Haga (Groep Van Haga) aan de Minister van Justitie en Veiligheid
over het bericht over de achtergrond van een aangehouden NCTV-medewerker (ingezonden
6 november 2023).
Vraag 1
Hebt u kennisgenomen van het bericht «Aangehouden medewerker NCTV zou tolk met Marokkaanse
achtergrond zijn» van De Telegraaf?1
Vraag 2
Klopt het dat er binnen de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid
(NCTV) en de politie al langer twijfels bestonden over deze medewerker? Zo ja, was
de u of iemand anders binnen het kabinet of de Rijksoverheid daar ook van op de hoogte?
Zo ja, wanneer is diegene daarvan op de hoogte gebracht, welke (bewinds)personen wisten
ervan en wat is er met die informatie gedaan?
Vraag 3
Zo nee, hoe kan het dat het u hiervan niet op de hoogte was, aangezien de NCTV valt
onder uw departement?
Vraag 4
Waarom is er niets gebeurd met de informatie die door de Landelijke Eenheid kennelijk
is doorgespeeld naar de leiding en waarom is de betreffende medewerker niet van de
posities afgehaald die hij bekleedde?
Vraag 5
Weet u of de betreffende medewerker ooit in verband is gebracht met terroristische
en/of criminele activiteiten, kennis daarvan had, en/of banden of contacten had met
personen die daarmee in verband gebracht werden/worden?
Vraag 6
Weet u of de betreffende medewerker inderdaad contacten had met de Marokkaanse overheid
en zo ja, om welke contacten dat dan gaat? Is er hierover ooit contact opgenomen met
de Marokkaanse overheid of heeft de Marokkaanse overheid hierover zelf contact gezocht
met de Nederlandse overheid?
Vraag 7
Kunt u vertrouwelijk inzage geven in bij welke «omvangrijke en uiterst geheime» onderzoeken
de betreffende medewerker betrokken is geweest en welke rol hij daarbij speelde? Zo
nee, waarom niet?
Vraag 8
Kunt u vertrouwelijk meer informatie geven over het onderzoek van het Openbaar Ministerie
dat op dit moment loopt naar de betreffende medewerker en welke bevindingen daarin
tot nu toe zijn gedaan? Zo nee, waarom niet?
Vraag 9
Kunt u uitleggen hoe het mogelijk is dat een persoon met een dergelijke achtergrond
en banden met de Marokkaanse overheid op een dusdanig belangrijke positie terecht
is gekomen bij de NCTV? Op welke manier is hij gescreend en kwam deze informatie daarbij
naar voren? Zo ja, waarom heeft hij dan toch deze positie kunnen gaan bekleden? Zo
nee, hoe is het mogelijk dat dergelijke informatie bij de screening niet naar boven
komt?
Vraag 10
Kunt u vertrouwelijk delen welke Nederlandse staatsgeheimen er door de betreffende
medewerker zouden zijn gelekt en welk mogelijk gevaar dit oplevert voor de Nederlandse
samenleving?
Vraag 11
Op welke manier is en wordt er geanticipeerd op de mogelijke gevaren die het lekken
van deze staatsgeheimen kan veroorzaken en weet u wie er op dit moment allemaal (nog
meer) kennis hebben van deze staatsgeheimen? Zijn er (voorzorgs)maatregelen genomen
om potentiele risico’s voor Nederland te ondervangen?
Vraag 12
Kunt u reflecteren op de door de politie bekritiseerde «dubbelrol» van de betreffende
medewerker, die het risico op vermenging van informatie van de politie en de NCTV
met zich meebracht? Waarom is en was het mogelijk voor een medewerker om in een dergelijke
positie te verkeren en hoe rijmt u dit met de bescherming van (privacy)gevoelige informatie
en de nationale veiligheid?
Vraag 13
Zijn er nog meer personen die dergelijke posities bekleden, die dergelijke risico’s
met zich meebrengen? Zo ja, heeft u in kaart om welke personen en welke posities dit
gaat?
Vraag 14
Bent u voornemens om dergelijke vermenging van posities en werkzaamheden niet langer
toe te staan binnen het Nederlandse politie- en veiligheidsapparaat en welke stappen
gaat u nu ondernemen om hieraan direct een einde te maken?