Vragen van het lid Kuik (CDA) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over dreigende
bezuinigingen bij de politie (ingezonden 17 oktober 2023).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het interview met korpschef Van Essen over dreigende bezuinigingen
bij de politie?
Vraag 2
Herkent u zich in het position paper van de regioburgemeesters en de politie, gericht
aan de politiek, waarin zij een zorgwekkende financiële situatie bij de politie schetsen
en aanbevelingen doen voor extra investeringen?
Vraag 3
Is het waar de dat politie kampt met een structureel financieel tekort van 156 miljoen
euro, als gevolg van (nieuwe) regelgeving rondom personeel, gezondheid en duurzaamheid,
alsmede van een jarenlange structurele onbalans tussen (nieuwe) taken enerzijds en
capaciteit en middelen anderzijds?
Vraag 4
Herkent u zich in het bedrag van in totaal 200 miljoen euro, dat nodig is om de basis
bij de politie op orde krijgen, waaronder ook meer specifieke aandacht en zorg voor
politiemensen die kampen met beroepsziekten, zoals posttraumatische stressstoornis
(PTSS), alsmede loopbaanontwikkeling- en perspectief?
Vraag 5
Klopt het dat zonder 200 miljoen euro aan extra middelen de politie onvermijdelijk
genoodzaakt zal zijn om de personele formatie naar beneden bij te stellen, met als
gevolg dat er minder aspiranten naar de Politieacademie worden gestuurd en er op de
taakuitvoering moet worden bezuinigd, ten koste van zichtbaarheid, nabijheid en aanspreekbaarheid
in de wijk?
Vraag 6
Herinnert u zich de door u in het commissiedebat van 5 oktober jongstleden gegeven
garantie dat er «in 2024 niet op de politie wordt bezuinigd»?
Vraag 7
Herinnert u zich dat u de forse, omstreden verhoging van de verkeersboetes rechtvaardigt
om bezuinigingen bij de politie te voorkomen?
Vraag 8
Hoe valt dit te rijmen met de efficiencytaakstelling die u in de begroting 2024 de
politie oplegt, oplopend naar 19 miljoen euro?
Vraag 9
Op welke wijze denkt u een bedrag van 19 miljoen euro aan efficiency te realiseren,
als er bij de politie al jarenlang trajecten doorlopen zijn om te besparen op de bedrijfsvoering,
er reeds sterk ingezet is op administratieve lastenverlichting en de financiële problematiek
dusdanig acuut is dat er komend jaar gaten met gaten gevuld moeten worden, nieuwe
initiatieven nauwelijks gehonoreerd worden en de politie moet «schrappen in de bedrijfsvoering»?
Vraag 10
Deelt u de opvatting dat een efficiencytaakstelling bij de politie van 19 miljoen
euro een bezuiniging is, niet alleen formeel, maar ook, gelet op het bovenstaande,
in de praktijk zo zal uitwerken aangezien het de acute en structurele financiële problemen
bij de politie alleen maar verder vergroot, te meer omdat het overgrote deel van de
uitgaven van de politie vastligt (personeel, huisvesting, IV, etcetera) en de beïnvloedbaarheid
op korte termijn beperkt is?
Vraag 11
Kan het kloppen dat een bedrag van 19 miljoen euro bij de politie ongeveer 135 voltijdsequivalent
(fte) kan kosten als het vanuit de personeelskosten gefinancierd wordt?
Vraag 12
Herinnert u zich uw uitspraak dat de efficiencytaakstelling bij de politie en de invulling
die het Ministerie van Justitie en Veiligheid (J&V) moet geven aan de rijksbrede taakstelling
«los van elkaar staan»?
Vraag 13
Hoe valt dit te rijmen met de toelichting in de begroting dat de efficiencykorting
bij de politie is opgenomen «ten behoeve van de Rijksbrede dekkingsopgave», alsmede
uw antwoord «De Rijksbrede dekkingsopgave en het aandeel van het Ministerie van Justitie
en Veiligheid hierin betekent dat elk onderdeel (...) een bijdrage hieraan moet leveren»
Vraag 14
Erkent u dat invulling van de rijksbrede taakstelling wel degelijk plaatsvindt door
middel van efficiencykortingen bij verschillende onderdelen van J&V, waaronder dus
de politie?
Vraag 15
Bent u bereid één en ander op te helderen?
Vraag 16
Herinnert u zich dat in oktober 2020, in aanloop naar de vorige Tweede Kamerverkiezingen,
de politie, het Openbaar Ministerie, regioburgemeesters en het Ministerie van J&V
met een gezamenlijk position paper kwamen? Is het Ministerie van J&V betrokken geweest
bij het position paper? Zo nee, waarom niet?
Vraag 17
Heeft u voorafgaand aan het opleggen van de efficiencykorting overleg gevoerd met
de politie, om na te gaan of het verantwoord kan, zonder pijnlijke maatregelen? Zo
nee, waarom niet en wanneer dan wel, aangezien de efficiencykorting kennelijk bij
het publiceren van het position paper nog niet bekend was?
Vraag 18
Bent u bereid deze vragen zo spoedig mogelijk, uiterlijk 23 oktober aanstaande, te
beantwoorden?