Vragen van het lid Van Haga (Groep Van Haga) aan de Ministers van Economische Zaken
en Klimaat en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over klimaatstress onder jongeren
(ingezonden 5 oktober 2023).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel van de NOS1 waarin wordt gemeld dat één op de vijf jongeren klimaatstress ervaart en het onderzoek2 daarnaar?
Vraag 2
Deelt u de zorgen over het welzijn van jongeren die lijden aan klimaatstress? Kunt
u reflecteren op de oorzaak en legitimiteit van een dusdanige grote stressfactor in
het leven van jongeren?
Vraag 3
Welke rol spelen de overheid en de media in uw optiek bij het veroorzaken en aanwakkeren
van klimaatstress onder jongeren? Erkent u dat de beeldvorming en communicatie vanuit
de Rijksoverheid en de berichtgeving in de media mbt de vermeende klimaatcrisis en
klimaatverandering een (te) groot beslag leggen op jongeren in onze samenleving, waardoor
zij sterk beïnvloed worden en hun welzijn daaronder komt te lijden? Bent van mening
dat de communicatie vanuit de overheid en media over klimaatonderwerpen wellicht herzien
zou moeten worden? Zo nee, waarom niet?
Vraag 4
Realiseert u zich dat hevige stress een negatief effect kan hebben op de vorming van
het brein van jongeren? Wat kunnen de mogelijke gevolgen zijn van deze hevige klimaatstress
op de ontwikkeling en het latere leven van jongeren?
Vraag 5
Ziet u op dit moment al gevolgen van de klimaatstress onder jongeren? Zo ja, welke
zijn dat en wat is daarvan de brede maatschappelijke impact, bijvoorbeeld op het gebied
van onderwijs en de arbeidsmarkt?
Vraag 6
Weet u hoeveel jongeren op dit moment professionele hulp nodig hebben en/of zoeken
voor het omgaan met en de gevolgen van klimaatstress? En welke gevolgen heeft dat
voor de druk op de (geestelijke) gezondheidszorg en de zorgkosten?
Vraag 7
Wat betekent de door klimaatstress afgenomen kinderwens onder jonge mensen voor de
Nederlandse populatie in de toekomst? En wat zijn in het verlengde daarvan de brede
maatschappelijk-economische gevolgen voor Nederland?
Vraag 8
Zijn er momenteel initiatieven of programma’s gericht op het ondersteunen van jongeren
die klimaatstress ervaren? Zo ja, welke zijn dit, wat is de effectiviteit daarvan
en wat zijn de kosten voor deze programma’s? Indien dergelijke initiatieven er niet
zijn, overweegt de overheid dan om speciale hulp te gaan bieden aan jongeren met klimaatstress,
bijvoorbeeld om ervoor te zorgen dat zij niet uitvallen op de arbeidsmarkt door depressies
etc.?
Vraag 9
Bent u bereid om een andere strategie te gaan hanteren om jongeren bewust te maken
van klimaat- en duurzaamheidszaken, zonder hen het gevoel te geven dat zij geen toekomst
meer hebben als gevolg van klimaatverandering?
Vraag 10
Bent u bereid om in gesprek te gaan met jongeren zelf over de communicatiestrategie
van de overheid en de impact die dat heeft op jongeren, teneinde te reflecteren op
het eigen handelen van de overheid en uw departementen, het beleid en de maatschappelijke
impact die dat als gevolg heeft en dit te evalueren?
Vraag 11
Hoe reflecteert u op de steeds verder toenemende polarisatie in de maatschappij die
de klimaatcrisis en de communicatie en beeldvorming van de overheid daarover veroorzaakt
in de samenleving en de impact daarvan op jongeren?
Vraag 12
Kunt u een vergelijkende analyse maken van de communicatiestrategie van de overheid
bij de coronacrisis, waarbij collectieve angst als belangrijke raadgever werd ingezet
en de communicatiestrategie van de overheid bij de klimaatcrisis? Waarom speelt het
aanjagen van angst opnieuw een aanzienlijke rol bij het informeren en conditioneren
van mensen en bent u niet van mening dat dit tijdens de coronacrisis een zeer schadelijke
impact heeft gehad op de levens van mensen en de samenleving en maatschappelijke sociale
cohesie in het algemeen? Zo ja, welke lessen trekt u daar dan uit?
Vraag 13
Vindt u dat de overheid een verantwoordelijkheid heeft om de grote zorgen van jongeren
over het klimaat te temperen, of bent u van mening dat dusdanig grote zorgen terecht
en realistisch zijn en dat de overheid daaraan niets kan/hoeft te doen?
Vraag 14
Wat vindt u ervan dat het hierboven genoemde onderzoek ook aangeeft dat jongeren weinig
vertrouwen hebben in de politiek? Wat gaat u doen om dat vertrouwen onder jongeren
te vergroten/herstellen?