Vragen van het lid Sylvana Simons (BIJ1) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over
de recentelijke aanval van het Israëlische bezettingsleger op een vluchtelingenkamp
in Jenin (ingezonden 17 juli 2023).
Vraag 1
Wat is uw reactie op de recente aanval van het Israëlische bezettingsleger op een
vluchtelingenkamp in Jenin, waarbij dertien Palestijnen, waaronder kinderen, zijn
doodgeschoten?1
Vraag 2
Klopt het dat de inwoners van het vluchtelingenkamp in Jenin voornamelijk oorspronkelijk
afkomstig zijn uit Haifa, maar daar zijn verdreven door Israël tijdens de Nakba in
1947–1948? Erkent u dat deze vluchtelingen het recht hebben om terug te keren naar
de steden waar ze vandaan kwamen? Zo nee, waarom niet?
Vraag 3
Hoeveel Palestijnse vluchtelingen hebben opnieuw moeten vluchten, ditmaal uit het
vluchtelingenkamp van Jenin?
Vraag 4
Gaat u de Organisatie van de Verenigde Naties voor hulpverlening aan Palestijnse vluchtelingen
in het Nabije Oosten (UNRWA) en andere hulporganisaties in het vluchtelingenkamp,
zoals het Freedom Theatre, waarvan veel faciliteiten zijn verwoest, ondersteunen met
de wederopbouw?
Vraag 5
Onderschrijft u het recht op verzet tegen buitenlandse bezetting, overheersing en
kolonialisme, zoals dat ook is vastgelegd in internationale verdragen [bijvoorbeeld
in het 'Additional Protocol I' van de «Geneva Conventions»]?
Vraag 6
Erkent u dat deze rechten ook specifiek de Palestijnen toekomen?
Vraag 7
Erkent u dat er sprake is van een situatie van actieve (Israëlische) kolonisatie van
Palestijns gebied? Hoe ziet u dit in het licht van de Nederlandse koloniale geschiedenis
en de morele en internationaalrechtelijke plicht hier een einde aan te brengen?
Vraag 8
Klopt het dat tijdens de aanval op het vluchtelingenkamp materieel van de Israëlische
wapenfabrikant Elbit is ingezet, waar Nederland ook diverse contracten en samenwerkingsprojecten
mee heeft gehad?
Vraag 9
Kunt u uitsluiten dat Nederland samenwerkt met Israëlische legeronderdelen die actief
zijn in bezet gebied om de bezetting en onderdrukking in stand te houden?
Vraag 10
Kunt u de waarde van herhaaldelijke Nederlandse en/of Europese statements van «bezorgdheid»
uitleggen, nu uit uw daden keer op keer blijkt dat straffeloosheid voor Israël voor
Nederland prevaleert boven het afdwingen van naleving van internationaal recht?
Vraag 11
Vindt u dat er meer actie ondernomen moet worden vanuit multilaterale organisaties
tegen schendingen van het internationaal recht? Kunt u uw reactie toelichten?
Vraag 12
Bent u het eens met de stelling van hoogleraar internationaal publiekrecht André Nollkaemper2, dat, doordat landen als Nederland geen gevolgen verbinden aan de stelselmatige uitbreiding
van nederzettingen, het internationaal recht betekenisloos is voor de mensen in Jenin?
Zo nee, waarom niet?
Vraag 13
Bent u het ook eens met zijn stelling dat «De escalatie van geweld en de uitbreiding
van nederzettingen kunnen worden gezien als doelbewuste pogingen om «facts on the
ground» te creëren die niet meer kunnen worden teruggedraaid.»? Zo nee, waarom niet?
Vraag 14
Kunt u een rode lijn aangeven, waarna Nederland wel diplomatiek zal escaleren in de
relatie met Israël, zoals gebruikelijk is in de diplomatie? Is de nu gaande annexatie
bijvoorbeeld een rode lijn, waarna Nederland over zal gaan op sancties tegen Israël?
Kunt u uw antwoord toelichten?
Vraag 15
Kunt u de vragen afzonderlijk en inhoudelijk beantwoorden, zonder terug te vallen
op de gebruikelijke platitudes en betekenisloze frases die beantwoordingen van vragen
over dit onderwerp meestal kenmerken?