Vragen van het lid Stoffer (SGP) aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over de rol van afvalenergiecentrales in de circulaire economie (ingezonden 17 juli 2023).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van de analyse dat meer recycling zorgt voor meer reststromen en dat hiervoor verbrandingscapaciteit nodig blijft1?

Vraag 2

Deelt u de analyse dat er in 2030 meer behoefte zal zijn aan secundaire grondstoffen om de afbouw van abiotische grondstoffen te compenseren en dat hiervoor secundaire grondstoffen uit het buitenland zullen moeten komen? Zo niet, kunt u dan aangeven hoe in uw ogen naar verwachting afdoende voorzien kan worden in de behoefte aan alternatieve grondstoffen?

Vraag 3

Onderschrijft u de constatering dat bij het recyclen van secundaire grondstoffen ook reststromen blijven ontstaan?

Vraag 4

Deelt u de conclusie dat de huidige capaciteit van afvalenergiecentrales nodig zal zijn voor voldoende verwerking van de reststromen van secundaire grondstoffen? Zo niet, waar baseert u uw inschatting op dat dit niet nodig zal zijn?

Vraag 5

Is de veronderstelling juist dat de verwerking van reststromen uit het recyclingproces in Nederland zwaarder belast wordt dan in andere EU-lidstaten?

Vraag 6

Op welke wijze gaat u ervoor zorgen dat Nederland kan blijven voorzien in zijn sterk stijgende behoefte aan secundaire grondstoffen?

Vraag 7

Deelt u de constatering dat er op Europese schaal een tekort aan 41 megaton verbrandingscapaciteit is bij het behalen van de recycling- en stortdoelstellingen in 2035? Zo niet, wat is uw inschatting?

Vraag 8

Hoe waardeert u de genoemde analyse in het licht van de door u gewenste afbouw van de capaciteit van afvalenergiecentrales?

Naar boven