Vragen van de leden Sneller, Dekker-Abdulaziz (beiden D66) en Bromet (GroenLinks) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het artikel «Nederlandse gemeenten overtreden massaal de wet door achterkamertjes in te duiken» (ingezonden 29 juni 2023).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het artikel «Nederlandse gemeenten overtreden massaal de wet door achterkamertjes in te duiken»?1

Vraag 2

Klopt het dat een groot deel van de gemeenten achter gesloten deuren vergadert zonder legitieme reden en zo ja hoeveel en hoe vaak maken gemeenten gebruik van dit soort informele bijeenkomsten?

Vraag 3

Heeft u beeld van de situatie bij provinciale staten, algemene besturen van waterschappen en algemene besturen van gemeenschappelijke regelingen?

Vraag 4

Kan u per soort besloten overleg uiteenzetten of zij van mening is dat hier sprake is van overtreding van de Gemeentewet?

Vraag 5

In hoeveel gevallen zijn er achteraf notulen opgesteld en/of vrijgegeven van deze bijeenkomsten, zoals wel gebruikelijk is bij besloten vergaderingen?

Vraag 6

Welke mogelijkheden bestaan er voor derden om het besluit tot beslotenheid van een vergadering aan te vechten? En voor raadsleden zelf?

Vraag 7

Hoe beziet u, in het licht van dit nieuws, de mogelijkheid die middels de Gemeentewet wordt gegeven dat de voorzitter zonder daarover te beraadslagen de deuren kan sluiten?

Vraag 8

Deelt u de mening dat een «informele bijeenkomst» geen vluchtweg mag worden om bepaalde informatie voor burgers en pers verborgen te houden?

Vraag 9

Ziet u een verschil tussen een informele bijeenkomst waarbij de volledige gemeenteraad of alle woordvoerders op een dossier bijeengeroepen wordt achter gesloten deuren en een besloten vergadering?

Vraag 10

Hoe kijkt u naar het argument dat gemeenten aandragen dat raadsleden in vrijheid zouden moeten kunnen spreken, en dat zij daartoe blijkbaar niet de ruimte voelen tijdens openbare vergaderingen?

Vraag 11

Welke mogelijkheden zouden er volgens u moeten zijn om op informele wijze te overleggen tussen de Raad en het College van B&W of om technische briefings te organiseren, en hoe zouden deze zich tot het principe van openbaarheid?

Vraag 12

Welke voorwaarden zouden er volgens u moeten gelden voor informele overleggen tussen de Raad en het College van B&W en hoe verhouden die zich tot de huidige voorwaarden in de Gemeentewet en de Wet openbare overheid?

Vraag 13

Bent u bereid om met de gemeenten in gesprek te treden over waarom zij de behoefte voelen om buiten de openbaarheid samen te komen en informatie te delen en tegelijkertijd streng toe te zien op de handhaving van de Gemeentewet artikel 23?

Vraag 14

Deelt u de mening dat van tevoren de agenda van een overleg bekend moet worden gemaakt zodat burgers en journalisten op de hoogte zijn van de onderwerpen die besproken worden en op grond daarvan kunnen bepalen of ze een vergadering (digitaal) willen bijwonen?

Naar boven