Vragen van het lid Van der Graaf (ChristenUnie) aan de Staatssecretaris van Onderwijs,
Cultuur en Wetenschap over het bericht «En weer is een muziekschool failliet gegaan.
Wie kan er nog naar muziekles?» (ingezonden 26 juni 2023).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht?1
Vraag 2
Wat vindt u ervan dat veertienhonderd kinderen in Drenthe geen muziek-, theater-,
dans- of tekenles meer krijgen?
Vraag 3
Vindt u dat kunstcentra of muziekscholen volledig zonder subsidie moeten kunnen bestaan?
Vraag 4
Hoeveel kunstencentra en muziekscholen hebben er sinds 2000 jaarlijks hun deuren moeten
sluiten? Hoeveel daarvan moesten er sluiten door de afbouw van financiële ondersteuning
vanuit de overheid?
Vraag 5
Herkent u de geschetste geleidelijke neergang in buitenschoolse muziek- en kunstenonderwijs?
Wat vindt u van de gaten die er vallen in de brede culturele vorming onder jongeren?
Vraag 6
Waarom heeft u destijds het onderzoek naar Kunst- en Cultuureducatie door het CBS
laten beëindigen en heeft u de aanbevelingen voor toekomstig onderzoek naar Kunst-
en Cultuureducatie door het CBS niet overgenomen?
Vraag 7
Bent u bereid om de aanbevelingen van het CBS voor een doorstart van het CBS-onderzoek
Kunst- en Cultuureducatie alsnog ter harte te nemen en het onderzoek weer op te starten?
Vraag 8
Hoe geeft u invulling aan artikel 31 uit het Verdrag inzake de Rechten van het Kind
waarin de staat de verwezenlijking van het recht van kinderen om volledig deel te
nemen aan het culturele en artistieke leven dient te bevorderen?
Vraag 9
Wat doet u om ook de infrastructuur die het culturele en artistieke leven mogelijk
maakt overeind te houden en te versterken?
Vraag 10
Wat vindt u van het in het artikel geopperde idee om de positie van gesubsidieerd
kunstenonderwijs wettelijk te verankeren?
Vraag 11
Bent u ermee bekend dat Nederland een rijke koortraditie kent, die voor concerten
ook afhankelijk is van jeugdige zangers, bijvoorbeeld bij uitvoeringen van de Matthäus-Passion?
Bent u er tevens van op de hoogte dat er op dit moment is een tekort is aan jeugdige
zangers die op professioneel niveau kunnen zingen?
Vraag 12
Bent u, het voorgaande indachtig, van mening dat het van groot belang is dat jonge
koorzangers toegang kunnen hebben tot passend muziekonderwijs? Wat vindt u in dezen
van de diverse koorscholen die Nederland rijk is? Welke mogelijkheden ziet u om stichtingen
en verenigingen die op deze wijze zorgdragen voor de continuïteit en kwaliteit van
de culturele sector te ondersteunen?
Vraag 13
Klopt het dat de Belastingdienst recent bij diverse Nederlandse koorscholen de culturele
ANBI-status heeft ingetrokken omdat deze organisaties in de ogen van de Belastingdienst
geen culturele instellingen zouden zijn, waardoor giften aan dergelijke koorscholen
niet langer voor 125% aftrekbaar zijn?
Vraag 14
Klopt het dat om aangemerkt te worden als culturele instelling, een instelling ofwel
primair en rechtstreeks cultuur scheppende activiteiten ontplooit of deze voor 90%
ondersteunt in daad, woord en geld?
Vraag 15
Bent u van mening dat de kennisoverdracht die plaatsvindt op koorscholen cultuur scheppende
activiteiten ondersteunt? Zouden koorscholen om die reden in uw ogen in aanmerking
dienen te komen voor de status «culturele instelling»?
Vraag 16
Maakt u zich – gezien de financieel kwetsbare situatie waarin sommige koorscholen
zich bevinden – zorgen over de intrekking van de culturele ANBI-status van koorscholen,
en bent u bereid om hierover in gesprek te gaan met uw collega, de Staatssecretaris
van Financiën, teneinde de culturele ANBI-status opnieuw aan koorscholen toe te kennen?