Vragen van het lid Bushoff (PvdA) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het toestaan dat raadsleden voor een gemeenschappelijke regeling werken (ingezonden 23 maart 2023).

Vraag 1

Kent u het bericht «PvdA’er moet gemeenteraad na negen jaar plots verlaten: «Raken veel ervaring kwijt. Een groot verlies»»1 en de «Circulaire wet bevorderen integriteit en functioneren decentraal bestuur»?2

Vraag 2

Hoe verhoudt het vertrek van het genoemde raadslid zich tot het door u gestelde dat de wetswijziging niet tot doel heeft de toegang tot democratische rechten te beperken en «dat iemand die raadslid is in Amsterdam, wel degelijk kan werken voor de vervoerregio Amsterdam, zij het dat hij als ambtenaar niet in een verantwoordingsrelatie ten opzichte van (een lid van) het gemeentebestuur van Amsterdam mag staan»?3

Vraag 3

Hoe kan binnen een gemeenschappelijke regeling waarvoor een raadslid werkt gescheiden worden wat wel en niet werk ten behoeve van een specifieke gemeente is?

Vraag 4

Deelt u de conclusie van de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden en de Vereniging van Griffiers «dat alleen wanneer er sprake is van een directe hiërarchische relatie in de werkfunctie van het raadslid en het gemeentebestuur er een probleem kan ontstaan»?4 Zo ja, wat voegt de nieuwe wet dan toe ten opzichte van de oude situatie? Zo nee, waarom niet en hoe legt u de wet dan wel uit?

Vraag 5

Zijn u meer signalen bekend van raadsleden die vanwege de Wet bevorderen integriteit en functioneren decentraal bestuur niet langer voor een gemeenschappelijke regeling mochten werken? Zo ja, welke signalen betreft dat?

Vraag 6

Bent u bekend met de overweging dat een gemeente wel deze beperking oplegt aan gemeenteraadsleden maar niet aan commissieleden? Zo ja, waarom maken gemeenten dit verschil en wat is uw opvatting daarover?

Vraag 7

Bent u bereid om te onderzoeken hoeveel raadsleden vanwege de genoemde wet niet langer lid van de gemeenteraad konden blijven en daarbij tevens in kaart brengen hoe de verhouding van dat raadslid als medewerker van een gemeenschappelijke regeling tot het gemeentebestuur was?

Vraag 8

Kunt u aan de hand van duidelijke criteria en met behulp van concrete voorbeelden richtlijnen opstellen over wanneer een raadslid wel en wanneer niet voor een gemeenschappelijke regeling mag werken? Kunt u dit ook doen voor de leden van provinciale staten en de besturen van waterschappen?

Vraag 9

Hoe kan worden voorkomen dat door de genoemde wet gemeenteraadsleden te veel beperkt worden om er een betrekking op na te houden of dat het politieke ambt te veel aan aantrekkelijkheid verliest omdat zij onnodig worden belemmerd terwijl zij een verenigbare functie bij een gemeenschappelijke regeling hebben?


X Noot
1

De Gelderlander, 15 februari 2023, «PvdA’er moet gemeenteraad na negen jaar plots verlaten: «Raken veel ervaring kwijt. Een groot verlies»» (https://www.gelderlander.nl/nijmegen/pvdaer-moet-gemeenteraad-na-negen-jaar-plots-verlaten-raken-veel-ervaring-kwijt-een-groot-verlies~a9d639e2/)

X Noot
2

Brief Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aan de gemeenten, de provincies, de waterschappen en de openbare lichamen Bonaire, Statia en Saba, 13 december 2022, «Circulaire wet bevorderen integriteit functioneren decentraal bestuur» (getekendeaanbiedingsbriefencirculairewetbevorderenintegriteitenfunctionerendecentraalbestuur_1_0.pdf (raadsleden.nl).

X Noot
3

Kamerstuk 35 546, nr. 6, pagina 13.

X Noot
4

Nederlandse Vereniging voor Raadsleden, 13 maart 2023, «Raadslidmaatschap gaat vóór nevenfunctie» (www.raadsleden.nl/actueel/nieuws/raadslidmaatschap-gaat-voor-nevenfunctie#:~:text=Een%20raadslid%20die%20tevens%20ambtenaar,gemeente%20waar%20hij%20raadslid%20is.).

Naar boven