Vragen van het lid Ellian (VVD) aan de Minister voor Rechtsbescherming over de communicatie tussen familieleden van en met AIT-en EBI gedetineerden (ingezonden 12 januari 2023).

Vraag 1

Bent u bekend met het requisitoir van het Openbaar Ministerie (OM) in de strafzaak tegen voormalig advocaat Youssef T. en specifiek de stellingen dat meerdere familieleden van Ridouan Taghi zich schuldig maken aan criminele communicatie en dat zij onderdeel zijn van een criminele organisatie waarvan Ridouan Taghi de leider is?

Vraag 2

In hoeverre is volgens u het recht op communicatie van een gedetineerde onbeperkt?

Vraag 3

Wat vindt u van communicatie tussen gedetineerden op een Afdeling Intensief Toezicht of in een Extra Beveiligide Inrichting (AIT- en EBI-gedetineerden) en andere personen, waaronder ook familieleden, die een verdachte rol in een criminele organisatie kunnen hebben?

Vraag 4

Vindt u dat gedetineerden, maar specifiek gedetineerden op een AIT en in een EBI, mogen communiceren met personen waarvan minst genomen het vermoeden bestaat dat zij criminele boodschappen doorgeven aan anderen of minst genomen het vermoeden bestaat dat sprake is van deelneming aan een criminele organisatie? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?

Vraag 5

Waarom mag Ridouan Taghi contact hebben met familieleden waarvan het OM ten minste een verdenking heeft van het doorgeven van criminele boodschappen aan de buitenwereld? Kunt u bij deze vraag de stelling van het OM betrekken dat sprake is van een strak aangestuurd samenwerkingsverband, waar de familie van Ridouan Taghi onderdeel van is?

Vraag 6

Bent u bereid om per direct te realiseren dat Ridouan Taghi niet mag communiceren met personen waarvan het vermoeden bestaat dat zij criminele boodschappen doorgeven en/of onderdeel zijn van zijn criminele organisatie?

Vraag 7

Kunt u deze vragen afzonderlijk en binnen de termijn van drie weken, dus ruim vóór het commissiedebat gevangeniswezen en tbs van 8 februari 2023, beantwoorden?

Naar boven