Vragen van het lid Bushoff (PvdA) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het nieuws dat steeds meer huisartsenpraktijken in commerciële handen komen (ingezonden 5 januari 2023).

Vraag 1

Bent u bekend met het nieuws over een toename in het aantal huisartsenpraktijken dat wordt overgenomen door commerciële partijen, die hand in hand gaat met een toename in het aantal klachten door patiënten?1

Vraag 2

Hoeveel huisartsenpraktijken zijn in handen van commerciële bedrijven? Hoe verhoudt dit aantal zich tot de afgelopen vijf jaar?

Vraag 3

Hoe beoordeelt u de rol van commerciële partijen in de huisartsenzorg?

Vraag 4

Hoe beoordeelt u signalen dat er gemiddeld genomen bij private financiering van huisartsenpraktijken grotere druk is om een winstmarge te maken op de geleverde zorg?

Vraag 5

Vindt u de inmenging van commerciële partijen een wenselijk gevolg van marktwerking in de zorg? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet? Zijn er maatregelen genomen of op handen om de commercialisering van de huisartsenzorg te verminderen? Zo ja, welke?

Vraag 6

Vindt u het wenselijk dat ook buitenlandse private equity partijen met winstoogmerk een rol kunnen spelen in het opkopen van huisartsenpraktijken? Zo ja, waarom? Zo nee, bent u bereid in kaart te brengen welke maatregelen hiertegen genomen kunnen worden?

Vraag 7

Onderzoekt de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) de toename van het aantal klachten van patiënten? Heeft het IGJ hierbij specifiek aandacht voor de rol van gecommercialiseerde zorg? Zo ja, wanneer worden de resultaten van dit onderzoek verwacht? Zo nee, waarom niet en bent u bereid om dit onderzoek alsnog op te starten?

Vraag 8

Wat kan de IGJ doen als blijkt dat een commerciële partij inderdaad niet kwalitatief goede zorg kan leveren?

Vraag 9

Erkent u het belang van een vaste huisarts voor de patiënt om nabijheid en continuïteit van zorg te verzekeren? Zo ja, wordt dit meegenomen als kwaliteitscriterium voor huisartsenpraktijken? Zo nee, waarom niet?

Vraag 10

Welke rol ziet u voor uzelf in de vormgeving van de huisartsenzorg? Ligt die rol, zoals u eerder noemde met betrekking tot de verhouding tussen praktijkhouders en waarnemers, vooral bij de beroepsgroep zelf? Wanneer grijpt u daar op in?2

Vraag 11

Welke acties uit het Integraal Zorgakkoord (IZA) helpen om praktijkhouderschap te stimuleren (zoals aangekondigd in de beantwoording van eerdere Kamervragen van het lid Kuiken (PvdA)) om zo de kans te verkleinen dat commerciële partijen in de markt kunnen komen?3

Vraag 12

Hoe beoordeelt u het statement dat commerciële partijen zich mogelijk focussen op achterstandswijken of buurten met veel ouderen, omdat ze van hen een hoger bedrag aan inschrijfgeld krijgen uitgekeerd, en vervolgens bezoeken door patiënten aan de praktijk proberen te voorkomen?4

Vraag 13

Deelt u de mening dat het onwenselijk is dat deze commerciële partijen zich focussen op achterstandswijken, waar patiënten extra kwetsbaar zijn en toegankelijkheid van zorg juist belangrijk is? Zo ja, welke concrete acties heeft u genomen om dit tegen te gaan en op welke daarvan gaat u inzetten? Zo nee, waarom niet?


X Noot
1

AD, 3 januari 2023 «Meer huisartsenpraktijken in commerciële handen: toenemend aantal klachten bij inspectie» (https://www.ad.nl/gezond/meer-huisartsenpraktijken-in-commerciele-handen-toenemend-aantal-klachten-bij-inspectie~a397debf/).

X Noot
2

Aanhangsel Handelingen II, vergaderjaar 2021–2022, nr. 2990.

X Noot
3

Aanhangsel Handelingen II, vergaderjaar 2021–2022, nr. 2990.

X Noot
4

Dagblad van het Noorden, 4 januari 2023 «Zorgen over commerciële huisartsenpraktijken. «Gruwelijk verdienmodel»» (https://dvhn.nl/binnenland/Zorgen-over-commerci%C3%ABle-huisartsen-28146089.html).

Naar boven