Vragen van het lid Van Haga (Groep Van Haga) aan de Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport over een naderend «medicijninfarct» (ingezonden 28 december 2022).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van de berichtgeving van het Algemeen Dagblad met betrekking
tot een dreigend «medicijninfarct»?1
Vraag 2
Hoe is het naar uw mening mogelijk dat Nederland sinds 2007 het grootste geneesmiddelentekort
heeft gemeld van alle Europese landen?
Vraag 3
Hoe is het mogelijk dat deze situatie al jarenlang bestaat? Wat is er de afgelopen
jaren vanuit uw ministerie gebeurd om het geneesmiddelentekort te verhelpen? Kunt
inzichtelijk maken wat uw departement heeft ondernomen om perverse prikkels bij zorgverzekeraars
aan banden te leggen?
Vraag 4
Onderschrijft u de conclusie van directeur Lucas Wiardi van InnoGenerics, dat Nederland
inmiddels afstevent op een «medicijninfarct»?
Vraag 5
Wat zullen de gevolgen van een dergelijk «medicijninfarct» voor Nederland zijn en
vindt u het dan realistisch om te zeggen dat patiënten die in problemen komen maar
moeten «overleggen met hun arts»? Kunt u uitleggen wat patiënten dienen te doen wanneer
er na overleg met hun arts geen, of niet de juiste, medicijnen voor hen beschikbaar
zijn?
Vraag 6
Kunt u uitleggen waarom, voor de miljoenen patiënten die ervan afhankelijk zijn, de
prijs van medicijnen prevaleert boven de leveringszekerheid? Waarom staat de overheid
zorgverzekeraars al jaren toe te werken via het «preferentiemodel onder couvert»,
terwijl er al jaren een nijpend geneesmiddelentekort is?
Vraag 7
Bent u voornemens om deze manier van werken van zorgverzekeraars aan te pakken, nu
er een «medicijninfarct» dreigt? Zo ja, heeft u hiervoor een plan van aanpak? Zo nee,
waarom niet?
Vraag 8
Weet u hoe snel er een probleem ontstaat wanneer de aanvoerstructuur van geneesmiddelen
vanuit Azië onverhoopt stokt? Is er hierop een impactanalyse gemaakt? Zo ja, kunt
u deze delen? Bent u voornemens noodvoorraden aan te leggen?
Vraag 9
Wat gaat u doen op het moment dat er daadwerkelijk sprake is van een «medicijninfarct»?
Is er hiervoor een plan van aanpak, of bent u voornemens een crisisaanpak vorm te
geven?
Vraag 10
Kunt u inzichtelijk maken wat een «medicijninfarct» gaat betekenen voor de druk op
de zorg in Nederland, zowel op de korte als de lange termijn? Hoe veel meer patiënten
zullen dan extra/complexe/langdurige/structurele zorg nodig hebben, om welke aandoeningen
gaat het dan naar alle waarschijnlijkheid en hoeveel mensen zullen er als gevolg van
dat infarct bij benadering komen te overlijden?
Vraag 11
Gaat u naar aanleiding van deze berichtgeving werk maken van een meer autonome medicijnproductie
voor Nederland, zo nodig in Europees verband? Hoe gaat u proberen te realiseren? Bent
u in gesprek met de Europese Unie (EU) omtrent deze problematiek?
Vraag 12
Bent u voornemens in gesprek te gaan met zorgverzekeraars over dit dreigende medicijninfarct
en gaat u een beleidslijn opstellen om ervoor te zorgen dat financiële overwegingen
niet langer leidend zijn bij de vergoeding van geneesmiddelen en dat variabelen zoals
voorkeur/noodzaak van patiënten voor een bepaald geneesmiddel, productie dichtbij
huis en duurzaamheid een prominente rol gaan spelen?
Vraag 13
Bent u het eens dat het niet alleen voor patiënten, maar ook voor zorgverleners, waaronder
apothekers, van belang is dat dit medicijninfarct wordt afgewend, aangezien de agressie
richting professionals in de zorg groeiende is en het gebrek aan (de juiste) medicijnen
hier onderdeel van uitmaakt?
Vraag 14
Hoe reflecteert u op de groeiende onvrede over en het toenemende wantrouwen jegens
ons zorgsysteem, in het licht van de geneesmiddelenvoorziening in Nederland en de
grote invloed van zorgverzekeraars op de toegankelijkheid, beschikbaarheid, het aanbod
en de vergoeding van zorg? Bent u het eens dat het verregaande belang van zorgverzekeraars
en het verdienmodel dat ons zorgstelsel is geworden in hoge mate heeft geleid tot
verschraling van de zorg en daarmee gepaard gaande polarisatie en toename van gezondheidsproblemen
in ons land?