Vragen van het lid Koerhuis (VVD) aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over de motie Koerhuis/Van der Molen om de ratificatie van het luchtvaartverdrag Qatar op te schorten (ingezonden 21 december 2022).

Vraag 1

Herinnert u zich de motie Koerhuis/Van der Molen om de ratificatie van het luchtvaartverdrag Qatar op te schorten?1

Vraag 2

Wat betekent het in de praktijk dat de ratificatie is opgeschort?

Vraag 3

Klopt het dat, ondanks het opschorten van de ratificatie, het luchtvaartverdrag Qatar al tijdelijk in werking is getreden op grond van het EU-verdrag?

Vraag 4

Wat betekent het in de praktijk dat het luchtvaartverdrag Qatar al tijdelijk in werking is getreden?

Vraag 5

Hoeveel extra vluchten voert Qatar uit sinds het luchtvaartverdrag Qatar tijdelijk in werking is getreden? En vanaf welke luchthavens? Kunt u een overzicht sturen van de vluchten vanaf Schiphol en de regionale luchthavens?

Vraag 6

In hoeverre kan Qatar al aanspraak maken op extra historische slotrechten, op basis van het luchtvaartverdrag Qatar dat al tijdelijk in werking is getreden?

Vraag 7

In hoeverre kan Nederland voorkomen dat Qatar al aanspraak kan maken op extra historische slotrechten, gezien het huidige en toekomstige slotbesluit voor Schiphol?

Vraag 8

Hoe lang kan het maximaal duren voordat het luchtvaartverdrag Qatar tijdelijk in werking kan treden?

Vraag 9

Welke juridische mogelijkheden heeft Nederland om, naast de ratificatie, ook de tijdelijke inwerkingtreding van het luchtvaartverdrag Qatar en de extra vluchten van Qatar op te schorten?

Vraag 10

Kunt u deze vragen beantwoorden voor het commissiedebat Luchtvaart op 25 januari 2023?


X Noot
1

Kamerstuk 21 501–08, nr. 885.

Naar boven