Vragen van het lid Van Haga (Groep Van Haga) aan de Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport over de invloed van coronalockdowns op het jongerenbrein (ingezonden
6 december 2022).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht «Tienerhersenen werden volgens onderzoek sneller
oud tijdens coronalockdown»?1, 2
Vraag 2
Wat vindt u ervan dat de coronalockdowns kennelijk een dusdanig negatieve invloed
hadden op het jongerenbrein, dat dit zich ontwikkelde alsof het onder chronische stress
stond? Had u verwacht dat de lockdowns een verregaande invloed op ontwikkeling van
jongeren zouden hebben, of hebben de bevindingen uit dit onderzoek u verrast?
Vraag 3
Heeft u informatie specifiek over Nederlandse jongeren en de invloed van de coronalockdowns
op de ontwikkeling van hun brein? Zo ja, kunt u deze delen? Zo nee, bent u voornemens
hiernaar een onderzoek te starten?
Vraag 4
Heeft u tijdens de coronacrisis signalen gekregen, bijvoorbeeld van medici en/of psychologen,
dat de lockdowns eventueel een nadelige invloed zouden kunnen hebben op de ontwikkeling
van het jonge brein? Zo ja, hoe heeft u hierop gereageerd? Heeft u dit op enige manier
laten monitoren?
Vraag 5
Gaat naar aanleiding van de bevindingen uit dit onderzoek actief in gesprek met artsen
en/of psychologen en psychiaters om kennis te nemen van hun expertise op dit gebied
en de ervaringen en behandeltrajecten die zij met jongeren hebben gehad tijdens de
coronacrisis en hun verwachtingen voor de toekomst van deze jongeren?
Vraag 6
Kunt u een risico-inventarisatie maken met betrekking tot de impact die deze invloed
van coronalockdowns op de jongerenpopulatie in Nederland zal hebben? Hoeveel jongeren
zullen door de verandering in hun hersenen naar schatting last krijgen van depressie,
angststoornissen, verslavingen, etc.?
Vraag 7
Kunt u een impactanalyse maken met betrekking tot de invloed van de gevolgen hiervan
voor de (druk op de) geestelijke gezondheidszorg (GGZ), de arbeidsmarkt en de (kennis)economie
in Nederland?
Vraag 8
Kunt u een inschatting maken van de maatschappelijke kosten die de zorg voor – en
behandeling van de personen wiens brein negatief beïnvloed is door de coronalockdowns
met zich mee zullen brengen?
Vraag 9
Bent u voornemens te gaan onderzoeken of, en op welke manier, de nadelige gevolgen
van de coronalockdowns op het jongerenbrein verholpen kunnen worden?
Vraag 10
Wat vindt u ervan dat deze studie aangeeft dat gevolgen van de coronalockdowns op
het jongerenbrein vergelijkbaar zijn met de gevolgen van ernstige gebeurtenissen in
het leven van jongeren, zoals bijvoorbeeld verwaarlozing, geweld en familieproblemen?
Vraag 11
Met de kennis van nu, hoe reflecteert u op de manier waarop tijdens de coronacrisis
met jongeren is omgegaan? Bent u achteraf gezien van mening dat de maatregelen voor
jongeren meer kwaad dan goed hebben gedaan?
Vraag 12
Bent u van mening dat tijdens de coronacrisis en de lockdowns genoeg aandacht was
voor het welzijn van jongeren en de impact die de maatregelen op hen hadden?
Vraag 13
Bent u voornemens actief in gesprek te gaan met jongeren over hun ervaringen tijdens
de coronacrisis teneinde het kabinetsbeleid te evalueren?
Vraag 14
Gaat u jongeren op enige manier compenseren voor de negatieve gevolgen van het coronabeleid
op hun ontwikkeling?
Vraag 15
Deelt u de mening dat de negatieve lange termijngevolgen van de negatieve impact die
de coronalockdowns hebben gehad op het brein van jongeren voor de gehele maatschappij
vele malen groter zijn dan de eventuele positieve korte termijngevolgen van het coronabeleid?
Kunt u uitleggen waarom een dergelijke impactanalyse tijdens het begin van de coronacrisis
niet is gemaakt?