Vragen van de leden Van Nispen (SP) en Sneller (D66) aan de Minister voor Rechtsbescherming
over het bericht dat de Nederlandse staat geen zicht heeft op Nederlanders die in
het buitenland een gevangenisstraf hebben uitgezeten en daarna terugkeren naar Nederland
(ingezonden 10 november 2022).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van de oproep van een aantal organisaties om het simpeler te
maken voor Nederlandse gevangenen in het buitenland om hun straf in Nederland te laten
uitzitten, zodat beter zicht kan worden gehouden op deze personen?1
Vraag 2
Bent u het ermee eens dat het onwenselijk is dat de Nederlandse staat geen zicht heeft
op ex-gedetineerden als zij in het buitenland een straf hebben uitgezeten en dat dit
zelfs een potentieel gevaar vormt voor de Nederlandse samenleving?
Vraag 3
Welke regels belemmeren nu precies dat de staat goed toezicht kan houden op veroordeelde
terugkeerders? Bent u bereid te bezien of deze regels aangepast kunnen worden? Zo
nee, waarom niet?
Vraag 4
Speelt dit probleem slechts wanneer iemand zijn straf heeft uitgezeten in een niet-EU-land
of is dit probleem ook aan de orde wanneer iemand zijn straf heeft uitgezeten in een
EU-land?
Vraag 5
In hoeverre is de Nederlandse staat op de hoogte van het feit of een Nederlander gedetineerd
is in het buitenland? Als de Nederlandse staat op de hoogte is van de detentie, houdt
zij dan ook bij wanneer iemand vrijkomt en is er dan contact met de gedetineerde over
de vraag of de persoon van plan is om terug naar Nederland te komen? Zo nee, waarom
niet?
Vraag 6
Bent u bereid zich ervoor in te spannen dat een Nederlandse gevangene in het buitenland
altijd een deel van zijn straf in Nederland uitzit, zodat bijvoorbeeld de reclassering
ook na de gevangenschap toezicht kan houden op deze persoon? Zo nee, waarom niet?
Vraag 7
Bent u bereid aan te sturen op een actiever inzet van de Divisie Individuele Zaken,
Internationale Overdracht Strafvonnissen (DIZ IOS) op lopende verzoeken, waardoor
gebrek aan strafrestant door lange WOTS-procedures (Wet overdracht tenuitvoerlegging
strafvonnissen) kan worden voorkomen?
Vraag 8
Waarom wordt nauwelijks afgeweken van de vijfjaarsregel, waarover de regering stelt
dat deze slechts een indicatieve objectivering is?2
Vraag 9
Zou het niet beter zijn om in plaats van te kijken naar de vraag hoe lang iemand al
niet meer in Nederland is geweest (korter of langer dan vijf jaar), te kijken naar
de vraag hoe groot de kans is dat iemand na detentie weer terug zal keren naar Nederland?
Zo ja, bent u bereid de eis van vijf jaar te laten vallen? Zo nee, waarom niet?
Vraag 10
In hoeverre wordt waarde toegekend aan de bindingsrapportages, terugkeeradviezen van
Bureau Buitenland en brieven van familie die een (sociale) binding met Nederland aantonen
in de beslissing om een Nederlandse gedetineerde over te plaatsen naar Nederland?
Bent u bereid daar meer waarde toe te kennen in het beleidskader?
Vraag 11
Bent u bereid om de bindingstoets te laten vervallen bij aanspraak op de WOTS voor
een veroordeelde Nederlander, die geen vaste woon- of verblijfplaats in Nederland
had en na invrijheidstelling naar Nederland kan worden uitgezet, zoals al het geval
is in de Wet wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging vrijheidsbenemende en voorwaardelijke
sancties (WETS)?
Vraag 12
Wat is uw reactie op de uitspraak van voormalig Staatssecretaris Teeven die feitelijk
eerlijk toegeeft al die tijd een verkeerde inschatting te hebben gemaakt met het innemen
van het standpunt «weinig aandacht geven aan Nederlandse gedetineerden in het buitenland»,
omdat de manier waarop het nu geregeld is een potentieel gevaar voor de Nederlandse
samenleving is?
Vraag 13
Hoe lang is het bij u al bekend dat het bijvoorbeeld mogelijk is voor zedendaders,
die buiten de EU zijn veroordeeld, om bij terugkomst gewoon een verklaring omtrent
het gedrag (VOG) te krijgen? Kunt u uiteenzetten welke inspanningen er sinds die tijd
op zijn geweest om dit probleem op te lossen?
X Noot
1NRC, 6 november 2022, «Versimpel procedure om in buitenland gedetineerden straf hier
te laten uitzitten», «Versimpel procedure om in buitenland gedetineerden straf hier
te laten uitzitten» – NRC.
X Noot
2Aanhangsel van de Handelingen, vergaderjaar 2015–2016, nr. 209.