Vragen van de leden Bikker (ChristenUnie), Pouw-Verweij (JA21), Van der Staaij (SGP), Bevers (VVD), Van der Plas (BBB), Den Haan (Fractie Den Haan), Hijink (SP) en Kuik (CDA) aan de Minister van Justitie en Veiligheid en de Minister en Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht «Openbaar Ministerie wil tien mensen vervolgen voor verstrekking «Middel X»» (ingezonden 21 oktober 2022).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het bericht «Openbaar Ministerie wil tien mensen vervolgen voor verstrekking «Middel X»»?1

Vraag 2

Herinnert u zich uw antwoorden op Kamervragen over eerdere berichten omtrent Coöperatie Laatste Wil (CLW) waarin u aangaf de overtuiging te delen dat de overheid is geroepen om kwetsbare mensen te beschermen?2

Vraag 3

Welke reflectie heeft u in dat licht op het bericht dat leden van CLW bijeenkomsten hielden waar omheen Middel X werd verstrekt en dat twee leden daadwerkelijk worden verdacht van verstrekken van het middel?

Vraag 4

Kunt u aangeven wat de uitkomst is van het overleg met de industrie over aanpassing van de afspraken aangaande de verkoop van middel X? Vindt u dat daarmee voldoende veiligheid wordt geboden?

Vraag 5

Welke aanvullende mogelijkheden heeft u inmiddels verkend na de antwoorden die u gaf op schriftelijke vragen van de leden Thielen (VVD) en Van Wijngaarden (VVD) en ziet u in het licht van de huidige ontwikkelingen niet alsnog mogelijkheid om het gebruik van deze stoffen voor gebruik bij suïcide te verbieden?3

Vraag 6

Bent u bereid over te gaan tot een onderzoek naar de achtergrond van slachtoffers van middel X, zeker ook in het licht van de reeds bekende verhalen van jonge slachtoffers met psychische nood en/of een lichtverstandelijke beperking en de zorg die de overheid hen wenst te bieden?4

Vraag 7

Bent u bereid om met spoed te bezien of extra hulp en voorlichting noodzakelijk is, bijvoorbeeld via stichting 113, om te voorkomen dat er alsnog meer slachtoffers vallen? Welke hulp wordt er aan familie geboden?

Vraag 8

Deelt u het diep onbevredigende gevoel dat aan eerdere onderzoeken naar CLW en haar leden geen strafrechtelijk gevolg kon worden gegeven omdat weliswaar sprake leek te zijn van het verschaffen van middelen voor zelfdoding, maar nog geen casus bekend was waar zelfdoding volgde, en dat het erop lijkt dat pas tot vervolging kon worden overgaan na het daadwerkelijk overlijden van jonge mensen als gevolg van gebruik van middel X? Zo ja, welke gevolgen moet dat volgens u hebben?

Vraag 9

In vervolg op vraag 7, welke mogelijkheden zou de overheid hebben om meer preventief op te treden, zowel publiek-, privaat- als strafrechtelijk? Met welke wettelijke grondslag?

Vraag 10

Bent u bereid te onderzoeken of artikel 294 lid 1 en 2 Wetboek van Strafrecht aangevuld kan worden zodat op een eerder moment vervolging mogelijk is indien in beroepsmatig, georganiseerd kader een gewoonte wordt gemaakt van het behulpzaam zijn bij – of het verschaffen van middelen tot – zelfdoding?


X Noot
1

NOS, 20 oktober 2022, «Openbaar Ministerie wil tien mensen vervolgen voor verstrekking «Middel X»»,Openbaar Ministerie wil tien mensen vervolgen voor verstrekking «Middel X» (nos.nl).

X Noot
2

Aanhangsel van de Handelingen II, vergaderjaar 2020–2021, nr. 3982.

X Noot
3

Aanhangsel van de Handelingen II, vergaderjaar 2021–2022, nr. 2736.

X Noot
4

EenVandaag, 20 april 2022, «Aangifte tegen lid Coöperatie Laatste Wil vanwege aanzetten tot zelfdoding: «Als hij er niet was, leefde mijn zusje nog»», Strafrechtelijk onderzoek naar Coöperatie Laatste Wil gesloten | Nieuwsbericht | Openbaar Ministerie (avrotros.nl).

Naar boven