Vragen van het lid Bromet (GroenLinks) aan de Ministers van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en voor Natuur en Stikstof over een lijst van 500–600 piekbelasters (ingezonden 13 oktober 2022).

Vraag 1

Kunt u toelichten hoe de verwarring over het bestaan van «een lijst van 500–600 piekbelasters» is ontstaan en wat precies de informatie richting de heer Remkes was, waar hij zijn veronderstelling op baseerde?

Vraag 2

Kunt u de eerdere adviezen en studies van en voor het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, waarin ook sprake was van «piekbelasters» en «piekvervuilers», zoals het eerdere advies van de heer Remkes, RIVM-rapporten, de studie van het Ministerie van Financiën en de «Top 100» voor ammoniak en stikstofdioxide (NO2) en andere, samenvatten en appreciëren voor gericht beleid op piekbelasters?

Vraag 3

Wordt het idee om «piekbelasters» met voorrang en binnen een jaar uit te kopen of te onteigenen en de «winst» meegenomen in de gebiedsprocessen?

Vraag 4

Wordt het idee om de «winst» van het beëindigen van «piekbelasters» te verdelen onder Programma Aanpak Stikstof (PAS)-melders meegenomen in gebiedsprocessen?

Vraag 5

Is er een overlap tussen de bedrijven met de grootste ammoniakemissies en de bedrijven met de grootste stikstofdepositie in Natura 2000-gebieden?

Vraag 6

Is er een overlap tussen de bedrijven met de grootste depositie en de lijst met PAS-melders?

Vraag 7

Wat vindt u van het advies van de heer Remkes om Nederland in «zones» te verdelen, ingedeeld naar wat er in een bepaald gebied mogelijk is?

Vraag 8

Als er een dergelijke indeling wordt gemaakt, hoeveel (ongeveer) van de PAS-melders zouden dan in een «rode zone» vallen?

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Van Haga (Groep Van Haga), ingezonden 12 oktober 2022 (vraagnummer 2022Z19266).

Naar boven