Vragen van het lid Minhas (VVD) aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
over de berichtgeving rondom de nieuwe dienstregeling van de Nederlandse Spoorwegen
(ingezonden 6 oktober 2022).
Vraag 1
Bent u bekend met de kritische berichtgeving rondom de nieuwe dienstregeling van de
NS?
Vraag 2
Klopt het dat NS in 2023 voornemens is 13 procent van alle treinen te schrappen en
in het weekend 15 tot 20 procent te willen afschalen? Hoe gaat u voorkomen dat het
niveau van de dienstverlening zo verder afglijdt?
Vraag 3
Klopt het dat het niveau van de dienstverlening op het Nederlandse spoor de laatste
jaren is verslechterd en reizigers hierdoor te maken krijgen met extra reistijd, extra
wachttijd en volle treinen? Zo ja, hoe beoordeelt u dit?
Vraag 4
Bent u het ook met de consumentenorganisaties in het Landelijk Overleg Consumentenbelangen
Openbaar Vervoer (Locov) eens dat de voorgestelde dienstregeling een aanzienlijke
en langdurige verschraling van het aanbod teweegbrengt?
Vraag 5
Klopt het dat het jaarlijkse adviesoordeel van het Locov over de nieuwe dienstregeling
van NS op vrijwel alle punten negatief is? Kunt u hierop reflecteren?
Vraag 6
Wat vindt u ervan dat door de nieuwe dienstregeling reizigers te maken krijgen met
extra reistijd en extra wachttijd en dat de kans op volle treinen toeneemt?
Vraag 7
In hoeverre is de afschaling met uw Ministerie afgestemd en was u bekend of en waarom
er per traject de keuze is gemaakt om af te schalen? Kunt u dit toelichten?
Vraag 8
Waarom heeft de NS geen nieuwe dienstregeling ontworpen, maar slechts gesneden in
de oude dienstregeling, waardoor er geen evenwichtige verdeling over het uur ontstaat
en aansluitingen mogelijk niet meer optimaal zijn?
Vraag 9
Klopt het dat de «bakkennorm» van NS niet wettelijk is vastgelegd en dat NS de mogelijkheid
heeft deze norm te versoepelen, zodat er met dezelfde hoeveelheid conducteurs meer
en langere treinen kunnen worden ingezet? In hoeverre zou het versoepelen van deze
norm de overlast voor reizigers kunnen beperken?
Vraag 10
Bent u ook van mening dat het schrappen van treinen in de spits op woensdag en vrijdag
reizigers juist stimuleert op andere dagen te gaan reizen, waardoor de spreiding van
reizigers juist slechter wordt?
Vraag 11
Ben u ook van mening dat, gezien door de huidige situatie regelmatig en soms op het
laatste moment treinen uitvallen, reizigers te allen tijde en adequaat geïnformeerd
dienen te worden voorafgaand aan hun reis? Hoe gaat u waarborgen dat reizigers zo
min mogelijk voor verassingen komen te staan?
Vraag 12
In hoeverre bent u in gesprek met (lokale) bus- en tramvervoerders om zo de extra
overstap- en reistijd te voorkomen en op te vangen?
Vraag 13
Hoe verhoudt de prijsstijging van treinkaartjes met 3 procent zich tot het afgenomen
vervoersaanbod?
Vraag 14
Bent u ook van mening dat, gezien het feit dat de grote uitstroom van personeel vooral
komt door vergrijzing, de NS de personeelstekorten niet tijdig lijkt te hebben gesignaleerd?
Vraag 15
Kunt u toelichten of het op een creatieve manier inzetten van personeel door NS in
deze tijden van crisis kan bijdragen aan een tijdelijke oplossing? In hoeverre kan
het trajectgebonden inzetten van personeel bijdragen aan een efficiëntere inzet?
Vraag 16
Bent u ook van mening dat, gezien de dreiging van een verslechtering van dienstverlening,
het opstellen van een langetermijnplan om de dienstverlening te verbeteren prioriteit
verdient? Zo ja, op welke manier gaat u hieraan werken? Zo nee, waarom niet?
Vraag 17
Bent u bereid om zelf ook in gesprek te gaan met consumentenorganisaties om te kijken
naar de kansen voor het verbeteren van de voorgestelde dienstregeling? Zo nee, waarom
niet?
Vraag 18
Kunt u deze vragen nog voor het commissiedebat over het Programma van eisen voor de
nieuwe hoofdrailnetconcessie beantwoorden?
Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Van Ginneken
(D66), ingezonden 6 oktober 2022 (vraagnummer 2022Z18767).